Duizenden steekmuggen werden recentelijk aangetroffen in bunkers van de Nieuwe Hollandse Waterlinie nabij Asperen. Alhoewel deze bunkers bekend staan als geschikte plekken voor overwintering van diverse soorten vleermuizen, kan er ook een rijke muggenfauna worden aangetroffen. In 77% van de onderzochte muggen ging het om de huissteekmug. Wat de rol van deze plekken is voor de ontwikkeling van nieuwe muggenpopulaties in de lente en zomer blijft nog onduidelijk.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie was in de 19e en begin 20e eeuw een belangrijke verdedigingslinie. Tegenwoordig hebben de bunkers en forten van de linie niet alleen een cultuurhistorische en landschappelijke waarde, maar ook een belangrijke ecologische waarde. Ze zijn namelijk geliefde overwinteringslocaties voor verschillende soorten vleermuizen, waaronder de gewone grootoorvleermuis, baardvleermuis en watervleermuis.
Tijdens de jaarlijkse vleermuistellingen in de bunkers door de Liniewacht in samenwerking met Vleermuiswerkgroep Gelderland (VleGel) en de Zoogdiervereniging worden ook andere diertjes waargenomen, zoals kogelspinnen en vlinders (bijvoorbeeld roesje (Scoliopteryx libatrix), dagpauwoog (Aglais io) en kleine vos (Aglais urticae). Ook vielen de vele duizenden muggen op tijdens inspecties (zie onderstaande foto), maar het was tot nu toe onbekend welke soorten hier nu hun plekje hadden gevonden. In Nederland komen bijna 40 soorten steekmuggen voor. In de zomer zorgen enkele soorten voor flinke overlast en slapeloze nachten, maar ook in de winter worden lokaal nog muggenbeten gemeld op Muggenradar.nl. De meeste soorten gaan echter in winterrust. Sommige als ei of larve, andere soorten weer als volwassen mug. Volwassen muggen zoeken dan een plekje op in kelders, schuren of holen van dieren, maar dus ook in bunkers. Om de winter door te komen, legt de pipiens variant van de Nederlandse huissteekmug (Culex pipiens pipiens) een vetvoorraadje aan, waarna de mug in winterrust gaat. Het tweelingzusje, de molestus variant, blijft wel actief gedurende de winter.
Uit drie bunkers, die in vroeger tijden als ‘groepsschuilplaats’ dienden, zijn een aantal van de duizenden aanwezige muggen gevangen voor nadere analyse (120 in totaal). Hierin zijn 4 soorten steekmuggen aangetroffen: 77% betrof de huissteekmug (Culex pipiens), 11% de geringde wintersteekmug (Culiseta annulata), 5% de malariamug (Anopheles maculipennis) en 7% de Culex territans. Interessant was dat nadere DNA-analyse uitwees dat maar liefst 92% van de huissteekmuggen de pipiens variant betrof, terwijl de rest molestus (2%) of hybride (6%) was. Uit eerder onderzoek bleek namelijk dat de molestus variant in de winter verantwoordelijk is voor de belangrijkste overlast binnenshuis.
Hoe de muggen deze locaties vinden en als geschikte overwinteringsplek beoordelen, is onbekend. De vleermuizen in de bunkers doen zich waarschijnlijk af en toe te goed aan een maaltje muggen. Zoals de naam doet vermoeden, blijft de geringde wintersteekmug actief bloed zuigen in de winter. Dus wellicht dat deze soort zoete wraak neemt door bij de vleermuizen bloed af te tappen.
Tijdens het bemonsteren van de bunkers, vlogen enkele muggen op, maar gingen niet over tot bloedzuigen en veroorzaakten dus geen overlast. Waarschijnlijk zijn de meeste van deze muggen nog niet uit hun winterslaap ontwaakt. Met de mooie voorjaarstemperaturen zal dat snel veranderen en zullen de muggen hun overwinteringsplaats verlaten. Inmiddels zijn de eerste, ontwaakte steekmuggen al gevangen in muggenvallen van Wageningen University.
Tekst: Sander Koenraadt, Tim Möhlmann en Chantal Vogels, Laboratorium voor Entomologie, Wageningen University en Wiegert Steen, de Liniewacht
Foto's: Wiegert Steen