Gelukkig weer veel veenhooibeestjes
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Dit jaar vloog het veenhooibeestje vroeg en goed in het Fochteloërveen op de grens van Friesland en Drenthe. Deze uiterst zeldzame vlinder lijkt de laatste jaren een grote en stabiele populatie te krijgen in dit natuurgebied.
Judith Bouma telt de vlinders op een vaste route binnen het Meetnet vlinders. De route wordt al vanaf 2001 gelopen en dit jaar werden er weer veel vlinders aangetroffen. Er was een record dagmaximum van maar liefst 538 veenhooibeestjes (gegevens in de vaste route, aangevuld met haar losse waarnemingen die dag).
Het veenhooibeestje is een soort van hoogveengebieden. Het ideale leefgebied bevindt zich niet in de kern van het hoogveen, maar juist in de overgangszone langs de randen. De plant waar de rupsen op zijn gespecialiseerd is eenarig wollegras en dat is een typische soort van overgangen tussen veen en drogere gebieden. Het veenhooibeestje had het jarenlang erg moeilijk in het Fochteloërveen doordat het gebied verdroogde en steeds minder geschikt leefgebied voor de soort had.
De vlinder heeft sterk geprofiteerd van de verschillende natuurprojecten die Natuurmonumenten uit heeft gevoerd. De vernattingsmaatregelen hebben gefaseerd plaatsgevonden, waardoor het gebied niet te abrupt veranderde, maar geleidelijk aan. Het eenarig wollegras breidde zich sterk uit en het veenhooibeestje heeft hiervan geprofiteerd. Door het aanleggen van nieuwe natuur aangrenzend aan het veen blijft het gebied nu nog natter en wie weet zal de soort de komende jaren nog verder toenemen. Het gebied herbergt de grootste populatie van veenhooibeestjes in Nederland. Op een paar andere plekken in Drenthe komt de soort ook nog voor, maar op de vroegere vliegplaatsen in Overijssel en Gelderland is de soort al vele jaren geleden verdwenen.
De tellingen zijn gedaan in het kader van het Landelijk Meetnet Vlinders. Dit is een samenwerkingsproject van De Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken .
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Judith Bouma