Dennenwolfsklauw terug van weggeweest
Bericht uitgegeven door Natuurpunt [land] op [publicatiedatum]
Vrijwilligers van Natuurpunt hebben in het natuurgebied ‘Het grote Netewoud’ te Geel-Bel Dennenwolfsklauw gevonden. Deze plant wordt met uitsterven bedreigd en komt slechts op enkele plaatsen in België voor. Het was al 14 jaar geleden dat de soort nog werd gezien in Vlaanderen.
Op 7 september ontdekten Mirella en René, op zoek naar paddenstoelen, een plant die ze nog nooit hadden gezien: een bosje dicht naast elkaar staande, even lange stengels. Ze brachten deze soort op naam als Dennenwolfsklauw (Huperzia selago), maar beseften niet meteen dat het om zo’n zeldzaamheid ging. Eens de soort werd ingevoerd op waarnemingen.be viel de mond van plantenvalidator Rutger Barendse letterlijk open: deze soort is zo goed als uitgestorven in Vlaanderen en werd nog één maal gezien in 2000, ook in de Kempen.
De opvallende Dennenwolfsklauw zie je niet zo gauw over het hoofd: de stengels kunnen 5 tot 25 cm hoog worden. De stijve, stekende bladeren staan schuin omhoog. De plant draagt in de zomer en tijdens het begin van de herfst gele, rijpe sporen. Behalve door sporen verspreidt deze plant zich door broedknopjes. Deze zitten dicht bij de stengeltoppen in de oksels van bladeren. Ze breken bij aanraking gemakkelijk af en gaan dan wortelen in de grond. Zo kunnen ze uitgroeien tot nieuwe planten.
Het aantal groeiplaatsen van Dennenwolfsklauw is beperkt. De soort komt voor op vochtige, voedselarme grond in heidevelden en dennenbossen, maar er zijn ook vindplaatsen bekend onder kruipwilg in de duinen en soms in zandafgravingen. Oude vindplaatsen in Vlaanderen lagen bijna allemaal in de Kempen, voor 1939 werd de soort ook op enkele plaatsen in West- en Oost-Vlaanderen aangetroffen.
In het Grote Netewoud gaat het om een open, vochtige plaats met oude Zeedennen en veel mossen en korstmossen. Het plantje lijkt op een takje van een naaldboom en groeit vaak onder dennen, de naam is dus dubbel en dik verdiend.
Ook op Europees niveau is de soort zeldzaam, ze wordt in Noord-, West- en Midden-Europa teruggevonden, maar steeds in kleine aantallen. Naar het zuiden en het oosten toe, beperkt het aantal vindplaatsen van deze noordelijke soort zich tot berggebieden.
De plek waar de plant groeit wordt geheim gehouden omdat overdreven betreding uit den boze is. Wel wordt de eigenaar op de hoogte gebracht, want kappen van het bos zou nefast zijn.
Tekst & foto’s: Mirella Bruynseels, René Ducastel.