Lichtvervuiling maakt Merels minder vruchtbaar
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Dat lichtvervuiling een grote invloed heeft op de dag- en nachtcycli van allerlei dieren, was al langer geweten. Ook bij dieren op de polen werd dat al bestudeerd, in een deel van het jaar wordt het niet donker, in de andere niet licht. Maar daar spreken we uiteraard over natuurlijk zonlicht. De kennis over de lange termijneffecten van chronische blootstelling van dieren aan kunstlicht, was tot nu toe veel minder bestudeerd. Toch lijkt dat effect belangwekkend: stadsmerels hebben minder testosteron en wisselen hun verenkleed onregelmatiger dan soortgenoten met een normaler dag- en nachtritme.
Wetenschappers Dominoni, Quetting en Partecke publiceerden onlangs de resultaten van hun studie over de effecten van aanhoudend kunstlicht op Merels. Hiermee brachten ze duidelijke gevolgen aan het (letterlijke) licht: ze stelden invloeden vast op de fysiologische reproductie, de bewegingsactiviteit en de rui of verenkleedwissel. Die werden onderzocht op de cyclus van enerzijds Merels die blootgesteld werden aan donkere nachten, anderzijds aan Merels die nachten met lichtvervuiling van 0.3 lux moesten verwerken.
Merels die normale, donkere nachten mochten ervaren, vertoonden twee regelmatige testiculaire en testosterone cycli tijdens het twee jaar durende experiment. Bij Merels uit urbaan gebied ontwikkelden de testes zich sneller dan bij meer landelijke soortgenoten.
Jonge Merels die ’s nachts voortdurend aan kunstlicht werden blootgesteld, vertoonden een normale, maar iets vroegere geslachtscyclus dan normaal. Het opvallende resultaat kwam pas tijdens het tweede jaar; toen ontplooide die geslachtscyclus zich in het geheel niet. Zowel de testiculaire afmetingen als het testosterongehalte bleven bij alle vogels steken op hun basiswaarde. Daarbovenop bleek de rui of verenkleedwissel bij de ‘kunstlichtvogels’ heel onregelmatig te verlopen, en dat in beide jaren.
De wetenschappers gaan ervan uit dat die gevolgen te linken zijn aan twee redenen: de chronische stress én het feit dat de voortplantingsorganen zich van nature vaak niet zullen ontwikkelen bij langdurig licht: fotorefractie (uit de natuur kennen we dat fenomeen als reactie bij lange zomerdagen).
Hoe dieren uit de urbane omgeving daarmee zullen moeten omgaan, of hoe ze er op langere termijn in kunnen slagen om dit te omzeilen (als dat al mogelijk is), vraagt alweer een andere intensieve studie. In ieder geval heeft een aanhoudende blootstelling aan licht, zelfs van lage intensiteit, bijzonder zware gevolgen op de voorplanting, en dus op de soort. Reden te meer om de huidige lichtvervuiling verder in te dijken en de juiste maatregelen te treffen. In eerste instantie via een beleidsstandpunt, maar het past ook in het streven naar energie-efficiëntie waaraan we allemaal ons steentje kunnen bijdragen.
Tekst: Gerald Driessens, Natuurpunt Studie
Naar: Dominoni, Quetting & Partecke (2013): Individual-based measurements of light intensity provide new insights into the effects of artificial light at night on daily rhythms of urban-dwelling songbirds
Foto: Francois Van Bauwel