Houtduiven vallen schijnbaar dood uit de lucht
Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Vlaanderen op [publicatiedatum]
Sinds de eindejaarsperiode wordt een verhoogde sterfte vastgesteld bij houtduiven. Volgens de melders is het alsof de vogels gewoon dood uit de lucht vallen. Onderzoek wijst de parasiet Trichomonas gallinae als schuldige aan.
Deze eencellige parasiet heeft sinds jaar en dag een bedenkelijke reputatie bij onder meer duivenmelkers. Vooral jonge duiven zijn gevoelig en ontwikkelen goed zicht- en tastbare gele, knoopvormige afzettingen in keel- en snavelholte, vaak met dodelijke afloop. Oudere duiven leven meer in evenwicht met de parasiet. Zij blijven de parasiet dragen zonder zelf ziek te worden, maar zetten de besmetting over op jonge duiven via de kropmelk.
De ziekteverwekker is een microscopisch klein eencellig ‘geseldiertje’ van 7 tot 12 μ lang en 3 tot 6 μ breed (1 μ = 1/1.000 mm). Het is peervormig en kan zich in het snavel- en keelslijm verplaatsen dankzij een stevig bewegingsapparaat: twee paar zweepdraadjes (a) die zich aan de ronde kant bevinden, een beweeglijke membraanplooi (b) die langs het lichaam loopt en een sleepzweepje dat zich aan het spitse einde bevindt en in een asstaafje overgaat (d). Het vermenigvuldigt zich door een eenvoudige tweedeling (celkern c). Bij duiven stelde men vast dat de verschillende stammen in virulentie kunnen verschillen.
Preventieve aanpak
De aangetaste dieren vertonen symptomen van algemeen ziek zijn (suf en rechtopstaand verenkleed), ze kwijlen en geven soms voedsel over. Slikken en ademen gaan moeilijk, het verenkleed rond de bek is vochtig en soms is er een nekzwelling te zien. Na een ziekteverloop van verschillende dagen tot weken zijn de vogels duidelijk vermagerd. Men weet dat Trichomonas gallinae gevoelig is aan uitdroging en niet lang buiten de gastheer kan overleven. Het is dan ook zeer aannemelijk dat de besmetting, zoals bij duiven, wordt overgedragen wanneer ouderdieren hun jongen voeden door kropinhoud door te geven of wanneer drinkwater besmet is met speeksel of mest van zieke dieren. De Vlaamse Opvangcentra voor Vogels en Wilde Dieren hebben de voorbije weken en dagen al heel wat aangetaste duiven – vooral Houtduiven en Turkse tortels – binnen gekregen. Maar ook besmette roofvogels als Sperwer en Buizerd revalideren momenteel in enkele Vlaamse opvangcentra.
Er bestaat een goed geneesmiddel, maar dat moet gedoseerd worden. Dit lukt gemakkelijk bij vogels in gevangenschap, maar bij vrij levende dieren is dit onbegonnen werk. Daarom is een preventieve aanpak, die het doorgeven van de besmetting bemoeilijkt, te overwegen. Dat kan gebeuren door het hygiënisch houden van drink- en voederplaatsen, door enerzijds dagelijks vers voedsel en zuiver water te verstrekken en anderzijds voedertafels en drinkwatervoorzieningen regelmatig te ontsmetten met antiseptica. Wanneer de kans zich voordoet is het zeer nuttig om dode vogels, die verdacht worden van Trichomoniasis, aan een ‘post mortem onderzoek’ te onderwerpen. Dit zal veel duidelijkheid brengen, want op een levend dier is de diagnose moeilijk te stellen. Hoewel de parasiet Trichomonas gallinae ongevaarlijk is voor mensen, is ziektebewaking bij wilde vogels geen overbodige luxe. Mogelijk geeft het vochtige en warme weer deze venijnige parasiet vleugels.Vogelbescherming Vlaanderen roept iedereen op om lusteloze, zieke duiven (en eventueel andere vogels) naar een erkend opvangcentrum in zijn of haar buurt te brengen. In een vroeg stadium van de ziekte kan de vogel immers nog genezen.
Tekst & foto's: Vogelbescherming Vlaanderen