Tellers vogelatlas zien meer boomklevers en minder waterhoentjes
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]
Vanaf december 2012 tot de zomer van 2015 wordt de vogelstand in Nederland opnieuw in kaart gebracht. Tellers voor de nieuwe vogelatlas van Sovon signaleren nu al interessante veranderingen. Zo werden er in het eerste telseizoen duidelijk meer boomklevers gezien, maar heeft het waterhoentje een flinke veer gelaten. De vogelwereld is voortdurend in beweging.
De nieuwe vogelatlas zal de stand van zowel de broedvogels als de wintervogels in kaart brengen. De laatste broedvogelatlas van Sovon beschrijft de periode 1998 tot en met 2000. Sindsdien is er veel veranderd in de vogelwereld: denk aan de opkomst van de middelste bonte specht en de komst van de zeearend. Maar ook aan de verdergaande achteruitgang van boerenlandvogels, zoals de kievit en de patrijs. Vanaf 1 december 2012 zijn atlastellers druk bezig om atlasblokken van vijf bij vijf kilometer minutieus te onderzoeken. In totaal beslaat Nederland 1685 van zulke blokken. In de winter van 2012/2013 werden ruim 500 atlasblokken onderzocht. Deze tellingen geven al een voorlopige, maar duidelijke indruk van veranderingen. Twee winterse voorbeelden: de boomklever rukt op, het waterhoentje staat in de min.
Boomklever rukt op
Zelfs in de winter laat de luidruchtige boomklever zich vaak horen. Zijn melodieus ‘wiee-wiee’ of bubbelend ‘tjuh’ vanuit een beuk of eik is veelvuldig te horen op zonnige winterdagen. Steeds vaker duiken boomklevers op in oude parken, doorgeschoten grienden en verouderde loofbossen. De boomklever rukt op, vooral in Oost-Brabant en Noordoost-Nederland. Daar zijn de dichtheden van de boomklever ten opzichte van de winters van 1978 tot en met 1983 flink toegenomen (zie figuur hiernaast). Ook opvallend is dat in het westen van het land (voorlopig) steeds meer tellers overwinterende boomklevers vaststelden. In Flevoland, het Groene Hart en de kuststrook is de soort verschenen. Zo kan het zijn dat je op de kop van Schouwen of op Kamperhoek ineens een boomklever tegenkomt. Geïsoleerde bossen, die in de loop van de tijd zijn verouderd, zijn langzaam veroverd. Want zo snel als de middelste bonte specht is de boomklever niet. Het is een soort die niet ver vliegt, hooguit een paar kilometer.
Waterhoentje in de min
Het waterhoentje, ook wel ‘waterkipje’, is een van de meest algemene watervogels van Nederland. Vooral in het waterrijke westen kom je hem veel tegen. Maar op verschillende plekken hadden tellers opvallend veel moeite om er een te vinden (zie figuur hiernaast). Sinds de jaren zeventig neemt het aantal waterhoentjes structureel af. Anders dan bij de boomklever is hier niet één duidelijke oorzaak van te geven. Waarschijnlijk speelt het maaibeheer van slootkanten een rol; waterhoentjes zitten niet graag in het zicht te broeden, anders dan de meerkoet. En het is maar de vraag in hoeverre de dominante meerkoet zijn wat stillere buurman verdraagt. Daarnaast hebben strenge winters een flinke invloed op de populatie. Waterhoentjes verdragen strenge winters niet goed en daar hebben we er juist een paar van gehad.
Tellen voor de atlas
Inmiddels zijn meer dan 1300 atlasblokken geclaimd op vogelatlas.nl. Dit betekent dat er nog best wat atlasblokken geteld kunnen worden. Op vogelatlas.nl/atlas/meedoen is te zien waar er nog tellers worden gezocht. Dankzij honderden vrijwillige waarnemers, ontstaat er langzamerhand een steeds gedetailleerder beeld van de Nederlandse vogelbevolking. Het is een mooie kans om daar je steentje aan bij te dragen.
Tekst: Albert de Jong en het vogelatlasteam, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Ab. H. Baas, Saxifraga
Figuren: Sovon Vogelonderzoek Nederland