Eidereend

Te weinig succes voor broedende wadvogels

Sovon Vogelonderzoek Nederland
22-NOV-2013 - Bekende wadvogels, zoals de scholekster en de kluut, brengen te weinig jongen groot. Dat is de conclusie van een rapport dat deze maand verscheen. Van tien soorten werd onderzocht hoeveel jongen er in 2009 en 2010 werden grootgebracht in het Waddengebied. Stormvloeden, predatie en verminderd voedselaanbod zijn de belangrijkste oorzaken.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Bekende wadvogels, zoals de scholekster en de kluut, brengen te weinig jongen groot. Dat is de conclusie van een rapport dat deze maand verscheen. Van tien soorten werd onderzocht hoeveel jongen er in 2009 en 2010 werden grootgebracht in het Waddengebied. Stormvloeden, predatie en verminderd voedselaanbod zijn de belangrijkste oorzaken.

Sinds 2005 meten vogelonderzoekers en vrijwilligers de broedresultaten van kenmerkende wadvogels in de Nederlandse Waddenzee. Sinds 2010 doen ze dat in internationaal verband, samen met Duitse en Deense onderzoekers. In 2009 en 2010 bleek dat vijf soorten echt in de problemen zitten: de eider, scholekster, kluut, visdief en noordse stern. Ze brengen te weinig jongen groot. Dat zorgt er ook voor dat er steeds minder paartjes van deze soorten tot broeden komen op de Wadden. Bij Lepelaar, Kokmeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Zilvermeeuw en Grote Stern is het beeld wat wisselender. Alleen voor de lepelaar is de toekomstverwachting enigszins positief.

Eidereend (foto: Menno Hornman)

Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken voor de magere resultaten van de wadvogels. In 2009 en 2010 waren er stormvloeden, waarbij de kwelders onderliepen. Honderden nesten van scholeksters, kluten en lepelaars gingen daardoor verloren. De verwachting is dat deze stormvloeden, die vooral in het late voorjaar grote problemen veroorzaken, steeds vaker zullen voorkomen als gevolg van klimaatverandering en zeespiegelstijging. Ook in recente jaren bleken stormvloeden de broedvogels steeds weer parten te spelen.
Een andere belangrijke oorzaak voor slechte broedresultaten is predatie. Vossen, bruine ratten, maar ook verwilderde katten eten soms grote aantallen eieren of kuikens op. Gegevens uit Duitsland wijzen er op dat ook de egel een nog onderschatte predator is. Daarnaast is de afgenomen voedselbeschikbaarheid een probleem. Hoewel er niet veel onderzoeksgegevens over beschikbaar zijn, is de aanname dat veel soorten te weinig fit zijn om te gaan broeden of om voedsel in het broedseizoen te vinden. Dat geldt in ieder geval voor schelpdiereters als de scholekster en eider, maar voedselgebrek is ook bij een aantal meeuwen en sterns een knelpunt gebleken. En dan is er nog het (lokale) probleem van begrazing: paarden die de kwelders begrazen lopen nog weleens wat plat.

Onderzoek op de Wadden
Het Waddengebied van Nederland, Duitsland en Denemarken is Werelderfgoed en één van de belangrijkste natuurgebieden van Europa. Voor 10 tot 12 miljoen watervogels is het een pleisterplaats en overwinteringsgebied. Langs de randen van het Wad broedt een groot aantal bijzondere broedvogels. Die worden sinds 1991 intensief geteld en gevolgd in het kader van het trilaterale samenwerkingsprogramma TMAP. Het broedsucces van tien soorten wordt gemeten in het Reproductiemeetnet Waddenzee van Sovon Vogelonderzoek Nederland en IMARES. Ze werken samen met vrijwilligers, diverse soortspecialisten en de terreinbeheerders.

Tekst: Albert de Jong en Kees Koffijberg, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Menno Hornman