Uilen in de herfst
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Veel mensen denken dat het vlinderseizoen na september wel is afgelopen. Toch zijn er het hele jaar door vlinders te zien. Er zijn zelfs soorten die pas vanaf september uit de pop kruipen. De herfstuilen bijvoorbeeld.
Je komt ze niet vanzelf tegen. Herfstuilen zijn nachtvlinders en zeker in herfst en winter zijn we ’s avonds niet meer veel buiten, maar zitten vooral bij de warme kachel voor de televisie. Je moet er echt voor de tuin in en vanaf een uur of acht, als het net donker is, kun je ze vinden.
De herfstuilen moeten wel wat te zoeken hebben. Je vindt ze niet in tuinen die helemaal zijn bestraat, maar met name als er nog bloeiende planten zijn of als ze op een andere manier aan voedsel kunnen komen, door rottend fruit of smeer bijvoorbeeld. Zo laat in het jaar zijn er niet veel bloeiende planten meer, maar klimop, herfstaster en sommige laatbloeiende vlinderstruiken zijn nog wel geschikt. Het neerleggen van rottend fruit of het laten hangen van appels, peren en druiven is ook een prima lokmiddel en natuurlijk het stropen of smeren. Door een zoete vloeistof, vaak met wat alcohol, op een boom of hekje te smeren kun je ook nachtvlinders aantrekken.
Er zijn nog tientallen nachtvlinders actief zo laat in het jaar, maar niet allemaal laten ze zich aanlokken. De herfstuilen zijn wel echte zoetekauwen en deze kun je nu en de komende weken dus verleiden je tuin in te komen. Er zijn vier soorten die redelijk algemeen voorkomen en die je in vrijwel het hele land te zien kunt krijgen. De twee meest talrijke zijn de bruine herfstuil en de zwartstipvlinder. Deze lijken wel wat op elkaar: bruin met een rood lijntje langs de achterrand van de vleugel. Bij de zwartstipvlinder is die rand vrij recht, bij de bruine herfstuil is het een beetje een geschubd lijntje. Voor de verschillen tussen de herfstuilen kun u het best even Vlindernet raadplegen. Daarop zijn veel foto’s te zien, zodat u ook een beeld krijgt van de variatie en bovendien staat er in de tekst waarop u moet letten om ze op naam te brengen. Naast de twee genoemde soorten kunnen ook geelbruine en variabele herfstuil worden gezien en natuurlijk is er altijd kans op een wat zeldzamere soort. Naar buiten dus en met de zaklamp de tuin in!
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting