Beversporen in de winter goed zichtbaar

Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging [land] op [publicatiedatum]

De winterperiode brengt nieuwe bevervestigingen makkelijk aan het licht. Door het ontbreken van begroeiing zijn de sporen van bevers goed zichtbaar. Vooral de verse knaagsporen in bomen vallen op en die zijn er in deze periode juist veel. Omdat er geen verse blaadjes, kruiden en planten zijn, eten ze in de winter vooral boombast en takjes.

De Vloedgraaf is een van de nieuwe beverlocaties in Limburg. Het gaat in deze provincie erg goed met de bever, hun aantal breidt zich snel uit. Er is dus behoefte aan nieuwe territoria. Die worden gevonden door vanaf de Maas en de Maasplassen de kleinere beken en rivieren op te gaan, zoals de Vloedgraaf en ook al verder stroomopwaarts naar de Rode Beek bij Sittard. Vaak zijn het solitaire bevers die, in afwachting van een partner, een nogal slordige burcht bewonen. Of een oeverhol, zoals hier bij de Vloedgraaf. Daar werd onlangs een hol zichtbaar, omdat de runderen die er liepen erdoor zakten.

Twee zoogdieren hebben sporen nagelaten op een wilg langs de Vloedgraaf tussen Susteren en Nieuwstadt in Limburg. De eerste van de twee is de bever, dat is duidelijk. Met zijn scherpe tanden knaagde hij een de wilg om, die belandde in het water en nu doet hij er zich 's nachts tegoed aan. Binnenkort gaat er weer een deel van de wilg om, hij knaagt nu aan een iets dikkere stam. Om daar bij te kunnen moet de bever de wal op klauteren en met acrobatische toeren een goede positie tussen de stammetjes vinden zodat hij kan knagen. Ongetwijfeld ruikt hij dan dat er een ander zoogdier op zijn plekje heeft gezeten. Een dier dat, met nog veel meer gevoel voor evenwicht, zijn uitwerpselen heeft achtergelaten op de omgeknaagde stam die gevaarlijk boven het water hangt. Het is de vos die hier, met het risico van een nat pak, zijn visitekaartje heeft achtergelaten.

Tekst en foto's: Willy de Koning