Noorman onder de Honingzwammen nog niet verdwenen
Nederlandse Mycologische VerenigingBericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]
Het lijkt erop dat door klimaatopwarming een aantal paddenstoelen de grens van hun verspreidingsgebied enigszins naar het noorden toe heeft bijgesteld. De overwegend in noordelijke gebieden voorkomende Noordelijke honingzwam komt echter nog steeds in Nederland voor.
Onlangs werd tijdens het inventariseren van paddenstoelen in een eendenkooi een grote toef honingzwammen op de restanten van een vermolmde boomstronk aangetroffen. Ze vielen op, omdat honingzwammen meestal later in het jaar verschijnen en daarmee het einde van het paddenstoelenseizoen inluiden.
Deze honingzwammen leken wel wat op de zeer algemene Echte honingzwam (Armillaria mellea), maar weken hier toch duidelijk van af door de blekere kleur van steel en hoedrand en het vroege verschijnen.
Na microscopisch onderzoek en het consulteren van een specialist werd duidelijk dat het ging om de zeer zeldzame Noordelijke honingzwam (Armillaria borealis). Volgens de Verspreidingsatlas is deze Noorman onder de honingzwammen slechts twee keer eerder uit Nederland gemeld.
De wetenschappelijke soortnaam “borealis” heeft de Noordelijke honingzwam te danken aan zijn hoofdverspreidingsgebied in de boreale zone van Noord-Europa. Verder wordt de Noordelijke honingzwam in Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië gevonden.
De Noordelijke honingzwam lijkt op de zeer algemene Echte honingzwam, vooral vanwege de overeenkomstige vorm en kleur van de ring om de steel. Andere honingzwammen bezitten anders gevormde ringen of hebben helemaal geen ring. Het verschil met de Echte honingzwam is vooral goed te zien in de kleuren van hoed en steel. De hoed van de Noordelijke honingzwam heeft in een vroeg stadium een bleekwitte tot gele kleur, wat in een later stadium overgaat van geel tot okerbruin. De hoed van de Echte honingzwam is in een vroeg stadium donkergeel tot olijfkleurig wat in een later stadium overgaat van citroengeel, honinggeel naar goudgeel. De steel van de Noordelijke honingzwam is behangen met okerkleurige tot gele vlokken terwijl de steel van de Echte honingzwam bedekt is met een gelig poeder op een roodbruine ondergrond.
Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Wiepko Lubbers; Martijn Oud