Nieuwe sprinkhaansoort voor Vlaanderen in Antwerpse Haven
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
“Wie ontdekt de eerste kiezelsprinkhaan in Vlaanderen?”, zo vroeg de sprinkhanenwerkgroep Saltabel zich af. Van deze soort zijn slechts enkele vindplaatsen in België bekend in Wallonië. In augustus 2012 werd de kiezelsprinkhaan nu voor het eerst in Vlaanderen ontdekt en gedocumenteerd. Deze unieke vondst in de Antwerpse haven nodigt uit tot verder onderzoek.
De kiezelsprinkhaan rukt al jaren op naar het noorden, mogelijk mede ten gevolge van de klimaatverandering. Het natuurlijke biotoop van deze sprinkhaan bestaat uit droog, rotsachtig terrein, vergelijkbaar met spoorwegbermen. In de Benelux wordt ze bijna uitsluitend daarlangs gevonden.
De soort werd in 1998 voor het eerst in België waargenomen. Later werden steeds meer populaties ontdekt, telkens in Wallonië. In Vlaanderen bleven waarnemingen tot dusver uit. In 2010 dook de soort vrij onverwacht in Nederland op, in een rangeerstation in Rotterdam. In Nederland bleef het niet bij deze waarneming. De kiezelsprinkhaan wordt er steeds frequenter, op verspreide locaties gevonden.
De vindplaats in Rotterdam is ver verwijderd van het oorspronkelijke verspreidingsgebied in Frankrijk en Duitsland. Spoorlijnen vormen een lange aaneenschakeling van geschikte biotopen waarlangs de sprinkhaan zich kan verspreiden. Het is ook best mogelijk dat ze meeliften met goederentreinen die grind, zand, e.d. vervoeren.
De kiezelsprinkhaan lijkt met zijn bruingrijze uiterlijk en blauwe achtervleugels, op de minder zeldzame blauwvleugelsprinkhaan, die ook vaak langs spoorwegen voorkomt. De kiezelsprinkhaan kan echter duidelijk herkend worden aan de langere vleugels en de afwezigheid van de zwarte band op de achtervleugel. Deze is duidelijk waarneembaar bij de blauwvleugelsprinkhaan, zelfs tijdens de vlucht. Een bijkomend determinatiekenmerk is de kiel op de achterpoot. Bij de kiezelsprinkhaan is deze vloeiend, bij de blauwvleugelsprinkhaan getrapt.
Op 2 augustus 2012 werd de spoorlijn aan het Delwaidedok in de Antwerpse haven onderzocht door een sprinkhaankenner, in de hoop daar blauwvleugelsprinkhanen aan te treffen. Na twee exemplaren te hebben waargenomen, sprong er plots één op, waarbij de zwarte band op de achtervleugel schijnbaar ontbrak. Zelfs na de vangst van dit mannetje kon de waarnemer niet geloven dat het om een kiezelsprinkhaan ging. De ‘Veldgids sprinkhanen’ van KNNV gaf uitsluitsel: het ging wel degelijk om een kiezelsprinkhaan. De dag nadien is ook een vrouwelijke soortgenoot gevonden op nog geen meter van de vindplaats van het mannetje. Dit doet vermoeden dat er een populatie aanwezig is.
Na deze vondst blijven volgende vragen:
- Hoe zijn deze twee sprinkhanen in de haven geraakt? Meegelift met vrachtvervoer of toch zelfstandig?
- Zijn het nakomelingen van vroegere pioniers? Maw is er al sprake van een populatie sinds 2011 of zelfs eerder?
- Indien het om een vestiging gaat in 2012, zullen de dieren erin slagen zich succesvol voort te planten?
- Bevinden er zich nog meer exemplaren of (deel)populaties in de Antwerpse haven?
De antwoorden hierop hopen we te vinden door verder onderzoek in de Antwerpse haven. Ook waarnemingen van blauwvleugelsprinkhanen elders worden best altijd goed geverifieerd.
UPDATE: op 9 september 2012, een maand na de ontdekking van de kiezelsprinkhaan in de Antwerpse Haven, is de tweede Vlaamse populatie ontdekt, in de Gentse Haven. Hier werden minstens 5 exemplaren gevonden, eveneens in een spoorwegberm.
Tekst: Bert Foquet
Foto’s: Ruben Foquet