Het is lente: dus zijn er weer pijlinktvissen

Bericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]

Voor veel sportduikers wordt het pas echt lente als er weer inktvissen te zien zijn in de Nederlandse kustwateren. Jaarlijks en als eersten, kondigen in april de Gewone pijlinktvissen aan dat door de toenemende kracht van de zon het zeewater langzaam richting de acht tot negen graden Celsius opwarmt. Je kunt er de natuurkalender op gelijk zetten. Dus zijn de afgelopen twee weken van oost tot west en van noord tot zuid in de Oosterschelde door meerdere sportduikers de eerste Gewone pijlinktvissen en ook al hun karakteristieke eikapsels waargenomen. Zowel voor de pijlinktvissen als de sportduikers is de lente nu echt begonnen.

Op onze kust komen diverse zeedieren voor die slechts een beperkte tijd door sportduikers kunnen worden waargenomen. Ieder seizoen heeft zo zijn kenmerkende soorten. Voor de meeste sportduikers is de komst van de Gewone pijlinktvissen (Loligo vulgaris) in het voorjaar om meerdere redenen heel bijzonder. Niet alleen zijn het fraaie dieren om al duikend onder water tegen te komen, maar het zijn ook dieren die we pas kunnen aantreffen als in de lente het zeewater langzaam van de winterse kou tot boven een comfortabele acht tot negen graden is gestegen. Bij die temperaturen komen overal in het land de duikspullen van onder het stof vandaan en is menige sportduiker weer regelmatig onder water in onder andere de Zeeuwse Delta te vinden. De afgelopen twee weken was het weer zover.

Het Oosterscheldewater is nu voldoende opgewarmd en plotseling, als uit het niets, worden nu overal in de Oosterschelde volwassen pijlinktvissen waargenomen. De tot vijftig centimeter lange volwassen dieren van slechts één jaar oud trekken momenteel massaal naar de ondiepe gebieden op zoek naar partners en geschikte plaatsen om aan het jaarlijkse voortplantingsritueel te beginnen.
Vaak worden ze daarbij in grotere groepen van meer dan tien exemplaren tegelijk gezien. Dat is voor sportduikers prachtig om te zien en meteen ook een bijzonder fotogeniek spektakel.

De eerste eikapsels, in de vorm van gelei-achtige slanke vuilwitte sigaren met daarin tientallen pijlinktvisembryo’s, zijn ook al op enkele plaatsen in de Oosterschelde aangetroffen. Het afzetten van de eikapsels gaat de komende maand door en is tot in juni nog waar te nemen. Nadat de pijlinktvissen zich door hun oerinstinct gedreven hebben voortgeplant, zijn ze volledig uitgeput en sterven ze binnen enkele dagen. Wat rest is voer voor krabben en andere hongerige organismen. En tevens het uitzicht voor de zich ontwikkelende kleine pijlinktvisjes die vanuit de eikapsels een eerste troebele blik op hun zilte wereld werpen.

Zowel het paringsgedrag als de vaak ‘pijlsnelle’ bevruchting van de vrouwtjes kan de komende weken door sportduikers overal in de Oosterschelde worden waargenomen. Dit kan ook in het Grevelingenmeer, al komen daar veel minder pijlinktvissen voor en is de kans dus veel kleiner dat je ze ziet.

De komende dagen zal de zeewatertemperatuur nog verder gaan stijgen. Dan trekken ook andere dieren vanuit de Noordzee de Oosterschelde in. Wanneer het water boven de elf graden uitkomt, wordt met name het binnentrekken, baltsen, paren en eieren leggen van een heel anders gevormde inktvis, de bekende Zeekat (Sepia officinalis), voor sportduikers een minstens zo groot genoegen en spektakel.
Indien het Zeekatten-spektakel over enkele weken inderdaad aan de gang is, zullen we daar zeker in een volgend natuurbericht van Stichting ANEMOON aandacht aan besteden.

Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting ANEMOON