Wonderbaarlijke terugkomst Nederlands enige koraalsoort
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
Ongeveer een jaar geleden, op 26 juni 2011, publiceerde de Stichting ANEMOON de dramatische achteruitgang van het Dodemansduim in de Zeeuwse Delta. Waarnemers zagen hier de voorgaande jaren steeds minder exemplaren van onze enige koraalsoort. Een analyse van onze waarnemingen over de periode 1994 tot 2010 laat dit overduidelijk zien. In 2010 en tot in het voorjaar van 2011 kwamen er nagenoeg geen meldingen meer van deze soort uit de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. Maar de inkt van dat natuurbericht was nog niet droog of de allereerste meldingen kwamen al weer binnen. En nu kunnen we spreken van een wonderbaarlijke terugkomst van ons koraal! In de centrale en westelijke Oosterschelde staat nu al al veel meer Dodemansduim dan zelfs in 1994 het geval was.
De enige koraalsoort die we al duikend in de Nederlandse kustwateren kunnen tegenkomen is het Dodemansduim. De Nederlandse naam spreekt weliswaar een beetje tot de verbeelding maar er is zeker enige gelijkenis met de duim van een verdronken zeeman. De Latijnse naam Alcyonium digitatum is deels afgeleid van het feit dat grote kolonies, van enkele jaren oud, tweevoudig, dichotoom, vertakt zijn. Dodemansduim komt voor in een witte en een oranje variant.
Van 1994 tot 2010 was sprake van een voortdurende afname van Dodemansduim in met name de Oosterschelde. Was de trefkans om deze soort tijdens een duik hier aan te treffen in 1994 nog ongeveer twintig procent, in 2010 was dit tot nagenoeg nul gereduceerd. Het had er alle schijn van dat onze enige koraalsoort hier was uitgestorven. Die situatie heeft ongeveer een jaar stand gehouden. Maar in de tweede helft van 2011 is het Dodemansduim aan een bijna wonderbaarlijke terugkomst begonnen. In eerste instantie kwamen er losse meldingen uit de centrale en westelijke Oosterschelde binnen. Momenteel staat van Zierikzee tot Burghsluis al zoveel Dodemansduim dat de trefkans voor de oplettende sportduiker hier nu al is toegenomen tot bijna honderd procent. Dat wil zeggen dat hier tijdens iedere duik het Dodemansduim kan worden waargenomen, tot soms zelfs tientallen exemplaren per duik. Dat is veel meer dan we in 1994 konden aantreffen. Ook in de zuidelijke Oosterschelde wordt weer zeer regelmatig Dodemansduim gezien. De kolonies zijn vaak niet groter dan circa twee tot drie centimeter. Af en toe zien we toefjes van vijf centimeter of groter. Dat zijn exemplaren van ongeveer een jaar oud. Het zijn dus allemaal exemplaren die zich het afgelopen jaar hier hebben gevestigd.
Dit zachte koraal is een liefhebber van stevig stromend en koud zeewater. Op de Noordwestelijke Atlantische kust van Europa komt het veel voor. Dat is ook het geval op de Noordzee en de monding van de Westerschelde. Wij dachten dat het verdwijnen van het Dodemansduim uit de Oosterschelde mogelijk veroorzaakt werd door het opwarmen van het zeewater en de gevolgen van de aanleg van de Oosterscheldekering. Wij tasten nu echter in het duister wat de oorzaak zou kunnen zijn voor deze spectaculaire terugkomst. Waarschijnlijk hebben de relatief koude winters van de afgelopen twee jaren hier een zeer belangrijke bijdrage in gehad. We wachten met spanning af of ons koraal zich weer voor langere tijd in de Oosterschelde gaat vestigen.
Ook bij Den Osse, in het Grevelingenmeer, zijn vanaf het najaar van 2011 en het voorjaar van 2012 door sportduikers hele kleine kolonies van het Dodemansduim aangetroffen. Waarschijnlijk zijn larven via de Spuisluis in de Brouwersdam met het binnenkomende Noordzeewater aangevoerd. Ze hebben zich gevestigd en groeiden uit tot kolonies die niet groter zijn geworden dan maximaal een centimeter.
Deze kolonies zijn echter ook weer snel afgestorven. Enkele jaren geleden in 1994/’95, ‘98/’99 en 2002/’03 konden we hier nog regelmatig toefjes van Dodemansduim tot circa vijf centimeter en soms zelfs nog groter aantreffen. Net zo groot als veel kolonies nu al weer in de Oosterschelde zijn. Dat de larven van ons zacht koraal hier nu niet meer overleven heeft zeer waarschijnlijk te maken met de heersende omstandigheden die momenteel dramatisch anders zijn dan in de Oosterschelde. Er is geen getijdenstroming en het zuurstofgehalte op de bodem van het Grevelingenmeer is erg laag door ophopende sliblagen en rottend bezonken organisch materiaal. Hoe mooi de huidige wonderbaarlijke terugkeer van het Dodemansduim in de Oosterschelde ook is, het is niet te verwachten dat deze bijzondere soort zich opnieuw permanent in het Grevelingenmeer zal gaan vestigen als hier de omstandigheden en de waterkwaliteit niet verbeteren.
Tekst en foto's: Peter H. van Bragt, Stichting ANEMOON
Grafiek: Stichting ANEMOON
Met dank aan Mario de Kluijver (Stichting Zeeschelp) en Godfried van Moorsel (Ecosub) voor interessante discussies over deze wonderbaarlijke terugkomst.