Otolieten ontrafelen dieet van Zeekoet en Alk
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Otolieten. Waarschijnlijk had je er nog nooit van gehoord. Geen erg want het is niet meteen iets wat je elke dag op straat tegenkomt. Een otoliet is een soort gehoorbeentje in het interne oor van een vis dat onverteerd achterblijft in de maag van viseters. Elke otoliet is soortspecifiek en aan de hand van gehoorbeentjes uit de magen van bv. gestrande alkachtigen, kan dus het dieet van deze vogelsoorten worden bepaald. Een leuk onderwerp om eens een bioloog op los te laten.
Hilbran Verstraete studeerde in 2006 af als bioloog aan de Universiteit Gent met een interessante scriptie: 'dieetanalyse van gestrande Zeekoeten en Alken aan de hand van otolieten'. Het onderzoek werd uitgevoerd op 77 Zeekoeten en 47 Alken die tussen 2003 en 2006 dood op de Vlaamse stranden aanspoelden. In de zeekoetmagen werden 18 vissoorten aangetroffen, verspreid over 10 families. Vier families bleken uitdrukkelijk vertegenwoordigd: de familie van de zandspieringen, grondels, haringen en kabeljauw. Haringsoorten waren zelfs goed voor bijna 30% van de aangetroffen otolieten. Andere zeekoethapjes: Koornaarvis, stekelbaars, Poon, Snotolf, Horsmakreel en Pitvis.
Alk lijkt een heel pak kieskeuriger: een ontleding van de 47 alkenmagen was goed voor slechts 5 vissoorten behorende tot 3 families (zandspiering, grondel en haring). Absolute topper: soorten uit de zandspieringfamilie, goed voor 91% van de aangetroffen otolieten! Zeekoeten zijn dus duidelijk voedselgeneralisten terwijl Alken zich eerder op een beperkt aantal soorten lijkt toe te spitsen. Ook opvallend: de gemiddelde prooivislengte (af te leiden aan de grootte van de otolieten) in het dieet van Zeekoet was dubbel zo groot als de gemiddelde prooivislengte in het alkendieet. Alk is dus niet enkel kieskeurig wat de soort betreft maar heeft het ook vooral gemunt op de kleinere vissen. Door een verschillende voorkeur aan prooisoorten en grootte van de prooien zijn Zeekoet en Alk vermoedelijk geen sterke voedselconcurrenten en kunnen beide soorten dus in gemengde groepen overwinteren op het Belgisch Continentaal Plat.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie, met dank aan Hilbran Verstraete
Foto's: Hilbran Verstraete en Patrick Beirens