edelhert

Edel bos voor Edelhert

8-NOV-2013 - Wanneer loopt er eens een Edelhert door de Vlaamse bossen? Enkel in Voeren (provincie Limburg) dartelen deze grote, elegante herten nog rond. Maar wat ontbreekt er dan eigenlijk in de rest van Vlaanderen? Een groot, verbonden en edel stuk bos.

Bericht uitgegeven op [publicatiedatum]

Wanneer loopt er eens een Edelhert door de Vlaamse bossen? Enkel in Voeren (provincie Limburg) dartelen deze grote, elegante herten nog rond. Maar wat ontbreekt er dan eigenlijk in de rest van Vlaanderen? Een groot, verbonden en edel stuk bos.

Het Edelhert is familie van de ree, die algemeen voorkomt in de Vlaamse bosfragmenten. Maar Edelherten zijn veel groter: ze hebben een schouderhoogte tussen de 114 en de 140 centimeter en de mannetjes worden tot 255 kilogram zwaar. Edelherten hebben een rossige zomervacht en een grijsbruine wintervacht. Buiten het bronstseizoen leven mannelijke en vrouwelijke herten in gescheiden kuddes. In de vroege herfst begint het “burlen” van de mannetjesherten in de bronst: een bijzonder spectaculair schouwspel van kletterende geweien. Dat gewei werpen de mannetjesherten elk jaar af op het einde van de winter.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Edelherten hebben nood aan een groot, bosrijk gebied. Na de laatste ijstijd vonden ze zo’n gebied in heel Europa en trokken ze lange afstanden tussen zomer- en wintergebieden. Enkel in koudere periodes werd het Edelhert teruggedrongen tot de warmste plekjes. Door toenemende ontbossing werd het verspreidingsgebied waarin het Edelhert voorkwam almaar kleiner. Kunnen de edele herten ooit nog terugkeren naar Vlaanderen?
Onze natuurgebieden zijn klein en liggen vaak ver uiteen. Daar stelt zich het grootste probleem. Edelherten hebben een leefgebied van ongeveer 3000 hectare nodig. Dat is ongeveer de helft van de oppervlakte van de Voerstreek, de enige streek in Vlaanderen waar nog Edelherten voorkomen. In de winter hebben Edelherten bos nodig om aan voldoende voedsel te geraken. In de zomer schuilen ze in bos, maar eten ze vaak liever in open of struikachtig gebied. Door gebrek aan ruimte zal Vlaanderen eerder als “transitzone” dienen voor Edelherten dan als vestigingsplaats. Zo een zone zou het mogelijk maken voor Edelherten om zich te verplaatsen tussen onze buurlanden. Op die manier kunnen Edelherten een groot gebied op natuurlijke wijze koloniseren. Bovendien kan er een “nieuw” Edelhert en dus “nieuwe” genetische informatie in een andere kudde belanden. Dat kan belangrijk zijn om de populaties genetisch gezond te houden.

Door gebrek aan ruimte zal Vlaanderen eerder als “transitzone” dienen voor Edelherten dan als vestigingsplaats. (foto: Bas Worm)

Momenteel is zo’n verbindingsstrook er nog niet: er is geen veilige route voor Edelherten om Vlaanderen te doorkruisen. Een verbinding door Vlaanderen zou lang zijn en moet ook voldoende breed zijn. Hier en daar zou er natuurlijke beschutting moeten zijn waar het dier veilig kan rusten, want het zal er meerdere dagen over doen om Vlaanderen te doorkruisen. Op de Kempische plateaus in Vlaams en Nederlands Limburg vind je al geschikte gebieden die beschutting kunnen bieden en die schakels kunnen vormen in een groen netwerk van natuurgebieden. Aan zo’n netwerk is Natuurpunt aan het bouwen en met de spaaractie “Bos voor Iedereen” kan iedereen zijn duit in het zakje doen. Elke vier euro zorgt voor een vierkante meter bos en elke vierkante meter bos is een stap vooruit naar meer bosgebied in Vlaanderen.

Edelherten zijn niet alleen prachtige dieren, ze kunnen ook een belangrijke schakel vormen in het bosecosysteem. (foto: Bas Worm)

Niet alleen voor het kruiden van een boswandeling zou de doortocht van Edelherten een goede zaak zijn. Ze hebben namelijk ook een grote invloed op de bosstructuur waardoor ze een belangrijke schakel kunnen vormen in een bosecosysteem. Hoe ze dat doen?
Edelherten eten jonge bomen en bast in de winter en dunnen de bossen zo op natuurlijke wijze uit. Enkele bomen krijgen de kans om uit te groeien tot dikke, charismatische monumenten. Wanneer bomen in de winter sterven door te veel vraat ontstaan er open plekken. Deze plekken krijgen meer zonlicht en dus ook meer warmte dan de plekken in de beschutting van het bladerdek. Van deze warmte profiteren heel wat bosrandsoorten, zoals vlinders. Zij kunnen namelijk pas vliegen nadat ze opgewarmd zijn. Ook dode bomen zijn belangrijke elementen in bossen. Ze bieden voedsel en woonplaatsen voor veel insecten en holenbroeders, waaronder spechten. Edelherten snoeien ook struiken, waardoor ze compacter worden en dus meer geschikt zijn als nestplaats voor struweelbroeders zoals de Heggenmus en de Braamsluiper. Edelherten kiezen de planten die ze eten nauwgezet. Vaak eten ze de meest voedzame planten, en soms kiezen ze voor planten met een hoog mineraalgehalte. Door vertrappeling zorgen Edelherten ook voor kiemplaatsen in open aarde. Reden genoeg dus, om geschikte condities te scheppen voor een doortocht van dit edel dier.

Tekst: Kassiopeia Devriendt, Natuurpunt
Foto: Bas Worm
Film: De Nieuwe Wildernis