Kransnemesia: een nieuwe soort voor Noordoost-Friesland

Bericht uitgegeven door FLORON op donderdag 26 augustus 2010

Weet jij wat dít voor bloem is?’ vroeg mijn vrouw. Ze kwam aanlopen met een steel waaraan een krans van leeuwenbekachtige bloempjes zat.
‘Waar heb je díe vandaan?’ was mijn reactie. ‘Nou, die staat hier bij de waslijn, maar ik heb hem nog nooit eerder gezien…’ Zo gewoontjes verliep de eerste melding van Kransnemesia in Noordoost-Friesland.

Ik kende de soort uit Amsterdam, waar Ton Denters hem mij enige jaren geleden toonde bij de Chassékerk. De plant is zo karakteristiek, dat je hem meteen herkent. Kransnemesia heeft zich in Amsterdam inmiddels op meer plaatsen gemanifesteerd, maar buiten deze stad is de soort nog niet gemeld. In onze tuin in Buitenpost blijkt hij slechts aanwezig in één exemplaar, en nu dus onthoofd helaas.

Als u NATUURBERICHT met enige regelmaat volgt, weet u dat er vaak melding gemaakt wordt van nieuwkomers en opvallende uitbreiders: Frans walstro, Bijenorchis, Vlokkige toorts, Muurnavel, Alsemambrosia en ga zo maar door. Onmiddellijk doemt altijd de vraag op: waar komt-ie vandaan? De oorzaken zijn in principe legio: toegenomen verkeersbewegingen, klimaatopwarming, ontsnapping uit tuinen, … In het geval van de Friese Kransnemesia lijkt mij opslag uit vogelzaad een mogelijke oorzaak, wij voeren ’s winters de vogels via vetbollen en voedersilo’s. Maar in Amsterdam zijn er geen aanwijzingen voor opslag uit vogelvoer. Kortom: we wéten het gewoon niet.

Voordat we kunnen uitzoeken hoe nieuwe planten in Nederland terecht zijn gekomen, moeten we weten dat ze opduiken en waar dit precies gebeurt. Als u een nieuwe soort ziet, denk niet: ‘Oh, dit soortje komt maar van vogelzaad.’ Er is zoveel gaande op het plantenfront, en we willen het graag zo goed mogelijk in de gaten houden. Dit begint met goede monitoring; de interpretatie komt achteraf. Ziet u dus een opvallende soort? Meld hem dan! Op sites als waarneming.nl kunt u met behulp van foto’s ook soorten melden die u niet kent. Indien mogelijk wordt de naam dan achterhaald. 

Tekst en foto’s: Gertie Papenburg, FLORON