Vroege lichting juveniele zandhagedissen
Stichting RAVONBericht uitgegeven door Stichting RAVON op donderdag 22 juli 2010
De eerste juveniele zandhagedissen van deze zomer zijn gemeld. In de warme zomer van 2006 kropen de jonge zandhagedissen al op 21 juli uit het ei. Dit jaar is dat record gebroken en zijn de eerste jonge zandhagedissen maar liefst vijf dagen eerder, op 17 juli, waargenomen.
Dit record is opmerkelijk, want de maand mei was volgens het KNMI in Nederland de koudste in 20 jaar. De maand juni heeft dit echter meer dan goed gemaakt: in groot contrast met mei was deze zeer droog, warm en zonnig, met in de laatste week zeer veel uren zon. Hetzelfde geldt voor het begin van de maand juli. Kennelijk hebben de broedsels van de zandhagedis hiervan ten volle kunnen profiteren.
De melding komt uit Montferland, een locatie waar een RAVON-vrijwilligster al eerder het precieze verloop van de voortplanting heeft kunnen documenteren. Gezien het opwarmende klimaat met lange en zeer warme zomers is het niet uitgesloten dat zandhagedissen de komende jaren nog vroeger in de zomer geboren zullen worden.
Normaliter begint de voortplantingsperiode van zandhagedissen in mei, soms al eind april en neemt de maand mei tot begin juni in beslag. De eerste juveniele zandhagedissen kruipen dan pas vanaf begin augustus uit het ei. De geboortepiek valt eind augustus en begin september, maar in koudere zomers kunnen de eieren zelfs begin oktober nog uitkomen.
Eerder in het seizoen, in juni en begin juli, hebben de vrouwtjes hun circa 13 x 9 millimeter grote eieren afgezet in zelf gegraven, 5 tot 10 centimeter diepe holletjes op zonbeschenen zandplekken. De incubatietijd is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden en neemt 50 tot 90 dagen in beslag. Zeer warme zomers kunnen het proces dus tot wel een maand versnellen. In de zomer van 1976 gebeurde dat en ook in 2006 werden de eerste juveniele zandhagedissen al vroeg waargenomen. Met de waarneming uit Montferland hoort ook 2010 tot de zeer vroege jaren voor de zandhagedis. In zeer natte en koude zomers ontwikkelen de eieren zich langzamer, soms zo traag dat de jongen zich wel ontwikkelen in de eieren, maar geen kans maken om uit te komen, laat staan reserves op te bouwen om de winter door te komen.
Tekst: Annemarie van Diepenbeek, RAVON
Foto: Ineke Schaars