Gravende vrouwen; werk in uitvoering

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op zondag 4 juli 2010

Juni is bij uitstek de maand dat de vrouwtjes van de zandhagedis extra hard aan het werk moeten. Op de heide en in de duinen kon je de afgelopen weken gravende vrouwtjes aantreffen op de randen van zandpaden en open zandplekken.

De hoogzwangere dames hebben een onstuitbare nesteldrang en verstoppen hun eieren in een zelfgegraven holletje in het rulle zand op een diepte van ongeveer 5 tot 10 cm. Daarvoor hebben ze open, los zand los nodig. Dit warmt snel op en daardoor kunnen de embryo’s in de eitjes zich snel ontwikkelen.

De graafactiviteiten zijn niet zonder gevaar, de vrouwtjes moeten daarvoor uit de dekking komen en roofvogels liggen op de loer. Het vrouwtje kruipt in het hol en legt de eieren meestal ’s nachts. De legsels variëren in grootte van 3 tot soms wel 12 eieren per vrouwtje, dat is gerelateerd aan de leeftijd van het vrouwtje. De oudste vrouwtjes zijn het grootst en leggen ook de meeste eieren, het zijn dus eigenlijk de oma’s die voor de meeste nakomelingen zorgen! Na het leggen zijn de vrouwtjes sterk vermagerd, ze hebben echter nog de hele zomer en het najaar om weer aan te sterken. In augustus komen de jonge dieren uit het ei.

Tekst: Raymond Creemers, RAVON
Foto: Arnold van Rijsewijk, RAVON