Gevolgen van droogte voor natuur veelomvattend maar complex
Bericht uitgegeven door De Natuurkalender op [publicatiedatum]
Uit de zware onweersbuien afgelopen nacht viel een flinke plons water op het inmiddels zeer droge Nederland. De hoeveelheid is echter niet voldoende om de droogte op te lossen. Wat is het effect van deze droogte op de natuur. Doordat droogte zoveel effecten heeft is het niet mogelijk om snel een volledig overzicht te geven. De komende weken zullen meer duidelijkheid brengen.
Volgens het KNMI viel er afgelopen nacht lokaal meer dan 60 millimeter regen. Het neerslagtekort is echter gemiddeld over het land nog steeds 178 millimeter. Daarmee valt 2010 nog steeds binnen de vijf procent droogste jaren. Naar verwachting zal dit ook de komende twee weken niet beter worden.
In combinatie met de hoge temperaturen worden veel planten en dieren op de proef gesteld. Elke soort heeft zijn eigen strategieën om droge en warme periodes te overleven. Droogte betekent echter meer dan alleen maar om kunnen gaan met minder water. Naast het vochttekort veroorzaakt droogte een verandering in de beschikbaarheid van voedingsstoffen. Over het algemeen wordt ook de doorluchting van de bodem verbeterd. Door de snellere afbraak of mineralisatie van organisch materiaal komen extra voedingsstoffen vrij waardoor eutrofiëring (vermesting) optreedt. Dit leidt weer tot een heel scala aan andere problemen waar planten en dieren mee om moeten kunnen gaan.
Door de droogte zakt het grondwater waardoor de invloed van regenwater op de wortelzone toeneemt. Dit kan leiden tot verzuring. In Nederland zijn we goed in het managen van water en zodra een tekort aan water in bijvoorbeeld de veengebieden ontstaat laten we extra gebiedsvreemd water in. Dit water heeft een andere samenstelling, voedselwaarde en zuurgraad. Rivierwater bevat grote hoeveelheden stikstof, sulfaat en fosfor en is ook hard door aanwezigheid van kalk. Kalk verhoogt de zuurgraad waardoor afbraakprocessen beter verlopen waardoor er extra nitraat in het water komt. Dit leidt tot vermesting. Het is voor de waterbeheerders niet altijd makkelijk om beslissingen te nemen. Het inlaten van gebiedsvreemd water heeft consequenties, maar dat heeft niets doen ook. In het westen van het land leidt een afname van de hoeveelheid beschikbaar grondwater tot verzilting van de bodem omdat dan het zoute kwelwater vanuit de Noordzee meer invloed krijgt.
Als gevolg van de droogte zakt ook het waterpeil van beken, rivieren en vennen. Tegelijkertijd neemt de stroomsnelheid af en stijgt de watertemperatuur. In zeer hete zomers kan de temperatuur van het rivierwater zoveel stijgen dat elektriciteitscentrales niet meer kunnen koelen. De maximale lozingstemperatuur is 30 °C, wanneer het rivierwater door aanhoudende hitte bijvoorbeeld 27 °C is, kan het nog maar weinig warmte opnemen en kunnen de centrales niet meer op maximale kracht draaien. Een van de problemen bij de hoge watertemperaturen is dat het zuurstofgehalte daalt. Tegelijkertijd verbruiken vissen bij hogere watertemperaturen meer zuurstof. Ze zijn koudbloedig wat betekent dat hun lichaamsprocessen sneller werken bij hogere temperaturen.
Het is moeilijk om een overzicht te geven van waar welke van de onder andere hierboven beschreven effecten zich voordoen en dan vervolgens te bepalen hoe de verschillende planten en dieren daarop zullen reageren. De komende weken en maanden zal steeds duidelijker worden wat de gevolgen voor de natuur zijn. Een ding is zeker, de effecten zullen groot zijn, waarbij er naast verliezers ook winnaars zijn.
Tekst en foto: Arnold van Vliet, De Natuurkalender