Nog heel wat te Melden
FLORONBericht uitgegeven door FLORON op donderdag 9 september 2010
De zomer zit er op. Het hoogseizoen loopt ten einde. Tijdens de nazomer valt er buiten echter nog genoeg te beleven. Ook aan bloeiende planten. Er zijn zelfs soorten die juist in deze tijd van het jaar onze aandacht vragen: Melden zijn hier een voorbeeld van.
Opvallende planten zijn het niet, de Melden (Atriplex). Maar dat geldt voor veel vertegenwooordigers van de Amarantenfamilie waartoe ze behoren. Veel grijs en groen en geen kleurige opvallende bloemen. We kennen in ons land acht melde-soorten. Eigenlijk zijn het er negen, maar één zeldzame jongen, de Hoornmelde, behoort tot een ander geslacht (Axyris). De Spiesmelde (Atriplex prostrata) is de meest voorkomende melde-soort: de plant is te vinden in kleiige wegbermen, akkers en zilte buitendijkse gebieden. Bijna iedereen heeft de Spiesmelde wel eens onder de voet gelopen, maar velen zullen dat niet weten.
Vertegenwoordigers van de amarantenfamilie zijn veelal laatbloeiende soorten. Zo ook onze meldesoorten. De meesten beginnen in juli, maar de bloei gaat door tot in september of oktober. Bij planten-inventarisaties in de voorzomer worden dergelijke soorten dan ook veel gemist. Ze zijn er nog niet, of ze zijn zo vroeg in het seizoen nog te jong om op naam te brengen. De Kustmelde (Atriplex glabriuscula) is daar wel een heel speciaal voorbeeld van. Slechts gedurende een paar weken in de nazomer is deze soort goed te onderscheiden van Spiesmelde omdat het meest onderscheidende kenmerk zich in de jonge vrucht bevindt.
Wie zich wat meer in deze onopvallende soorten wil verdiepen kan er dus het beste nu in de nazomer op uit trekken. In de delta en het waddengebied kun je goed voor verschillende zeldzamer melde-soorten terecht. Het plantenseizoen zit er nog niet op: er valt nog heel wat te melden!
Tekst: Wout van der Slikke, FLORON
Tekening: E. Hallier (1882)
Geef je plantenwaarnemingen door op www.telmee.nl of www.waarneming.nl