Vogels en windmolens
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op [publicatiedatum]
Als het aan het Rijk ligt verschijnen er op elf plekken in ons land grote windmolenparken. Al die honderden windmolens bij elkaar zorgen er voor dat Nederland meer schone energie gaat leveren. Een mooi streven, maar waarom moet dat ten koste gaan van de natuur?
De overheid heeft in ons land elf kavels aangewezen waar grote windmolenparken moeten verschijnen. Zo’n windlandschap bestaat uit ongeveer honderd grote windturbines. Het Rijk kiest voor deze elf parken om meer schone energie op te wekken. In 2020 moet dertig procent van de energie duurzaam worden opgewekt, deze parken leveren tien procent.
Door te kiezen voor grote windlandschappen denkt de overheid de rest van ons land te kunnen ontzien. Solitaire windmolens maken het landschap er niet mooier op, is de gedachte daarbij.
Een goed uitgangspunt, vindt ook Vogelbescherming, maar waarom moet de natuur hiervan de dupe zijn? In het rapport schrijft VROM zelf dat erkende natuurgebieden worden ontzien, maar dat is niet waar. Het Rijk heeft alleen gekeken naar de natuur waarbij men zich nog ‘in the middle of nowhere’ waant, zoals de Veluwe, de duinen en veenweidegebieden. Dat zou je, op zijn zachtst gezegd, dubieus kunnen noemen.
Er is door het Rijk alleen gekeken naar natuurgebieden op land en niet naar de natuur op en bij het water. En laat dit nou net de meest bijzondere natuur in ons land zijn! Bij onder andere de Zeeuwse Delta, Markermeer en het IJsselmeer zullen, als het aan het Rijk ligt, honderden molens bij elkaar gaan verschijnen.
Deze gebieden zijn internationaal gezien zeer waardevol. Ze zijn niet voor niks aangewezen als Natura 2000-gebied, wat betekent dat ze tot de mooiste en meest bijzondere natuur van Europa behoren. Dat betekent nog niet dat deze natuur ook daadwerkelijk gezond is, in veel van deze gebieden heeft de overheid beloofd de natuur te zullen herstellen. Het besluit om hier windmolens te plaatsen staat haaks op deze belofte.
Waterrijke gebieden zijn ook vogelrijke gebieden. Ze zijn voor vogels onmisbaar om te broeden, voedsel te vinden en uit te rusten tijdens hun trek naar het zuiden. Het plaatsen van windmolens in deze gebieden zorgt voor grote problemen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat veel vogels windmolens en de omgeving ervan vermijden. Daardoor worden deze gebieden ongeschikt voor vogels.
Maar er speelt meer. Vogels moeten vanwege de windmolens omvliegen, de molens vormen als het ware een barrière. Dat omvliegen kost extra tijd en energie, waardoor ze extra moeten eten, terwijl er minder foerageertijd beschikbaar is. En minder tijd om te eten betekent dat vogels kunnen verzwakken, waardoor hun overlevingskansen omlaag gaan.
Vogels kunnen zich doodvliegen tegen de wieken of tegen de mast. Dit geldt met name voor de grotere vogelsoorten, die minder snel kunnen uitwijken. Vooral ‘s nachts en bij slecht weer kunnen er slachtoffers vallen. Ook door luchtwervelingen achter de draaiende wieken kunnen vogels gewond raken of sterven.
Ook al zegt het Rijk gekeken te hebben naar de natuur op land, niet alle natuur zit in een natuurgebied met een hek er om heen. Vogels houden zich niet aan de grenzen van natuurgebieden. Soorten waar Nederland internationaal voor aan de lat staat, zoals de purperreigers en lepelaar, broeden in moerassen en zoeken hun eten in poldersloten van bijvoorbeeld Noord-Holland en Friesland. Daarnaast is Nederland van internationale betekenis voor de weidevogels, vooral de grutto. Zij broeden op het boerenland. Het Rijk heeft verzuimd om de voor deze soorten belangrijke gebieden te ontzien van windmolens.
Vogelbescherming Nederland is niet tegen het plaatsen van windmolens. Wel vinden wij dat er goed gekeken moet worden wáár de molens geplaatst worden: niet bij Natura 2000 gebieden en niet bij de allerbeste akker- en weidevogelgebieden. Vogelbescherming heeft daarom een risicokaart gemaakt, die overheden kunnen gebruiken bij het aanwijzen van plekken voor windmolens. Hiermee wordt de kans op blijvende schade een heel stuk kleiner.
Als het ministerie daadwerkelijk de windmolenparken plaatst op de elf plekken die ze nu voor ogen heeft, dan weten we één ding zeker: het zal een harde klap zijn voor de waterrijke natuur in ons land en de vogels die ervan afhankelijk zijn.
Benieuwd naar de risicokaart? Kijk dan op de site van Vogelbescherming Nederland.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland
Foto's: windmolens: Tim Bekaert, GNU-licentie voor vrije documentatie; grutto: Martin Hierck