Berenklauw met extra blad
FLORONBericht uitgegeven door stichting FLORON op woensdag 21 oktober 2009
Sommige plantensoorten stellen het einde van het groeiseizoen zo lang mogelijk uit. Tot diep in het najaar zijn ze nog bloeiend te vinden. Gewone bereklauw is zo’n doorzetter. Soms – en relatief vaak in het najaar – komen exemplaren voor met een afwijkende groeivorm.
Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium) is een algemeen voorkomende witte schermbloem die tot wel anderhalve meter hoog kan worden. We vinden deze soort in vrijwel het hele land in voedselrijke bermen, graslanden, dijken en bosranden. Laatbloeiende exemplaren zijn vooral te vinden op plaatsen waar gemaaid is en de planten een nieuwe poging ondernemen om tot vruchtzetting te komen. Soms hebben ze wat roodachtige bloemen in afwijking van het gebruikelijke roomwit.
Alle bloemetjes van een bloeiwijze vormen tezamen een scherm dat veelvuldig door zweefvliegen, wespen en andere insecten bezocht wordt. Aan de voet van zo’n scherm, waar de vele bloemstelen bijeenkomen, vinden we bij schermbloemen vaak kleine smalle blaadjes, de omwindselbladen. Het aantal en de vorm daarvan, of juist hun afwezigheid, zijn belangrijke kenmerken die kunnen helpen om verschillende soorten schermbloemen van elkaar te onderscheiden.
Gewone berenklauw heeft weinig of geen omwindseltjes, maar soms – en vooral bij nabloeiende exemplaren – doet zich een merkwaardig verschijnsel voor. Dan ontstaan één of meer omwindelblaadjes die uitgroeien en de vorm van een stengelblad aannemen. Het lijkt er op of de plant alle bladoppervlak kan gebruiken om zo laat in het jaar toch nog zijn seizoenscyclus versneld te kunnen afronden. Toch af en toe eens stilstaan dus bij zo’n ‘gewone’ berenklauw.
Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON