Natuurbrug Crailoo

Natuurbrug Zanderij Crailoo succesvol

Wageningen University
9-OKT-2009 - Het gebruik van de natuurbrug Zanderij Crailoo, de langste natuurbrug ter wereld, blijkt volgens onderzoekers van Alterra behoorlijk goed aan de verwachtingen te voldoen. Van dertien zoogdiersoorten, zes soorten amfibieën en twee reptielsoorten is vastgesteld dat zij de brug daadwerkelijk passeren. Ook trekken er wekelijks ruim 3000 wandelaars en fietsers en tientallen ruiters over dit ecoduct.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 9 oktober 2009

Het gebruik van de natuurbrug Zanderij Crailoo, de langste natuurbrug ter wereld, blijkt volgens onderzoekers van Alterra behoorlijk goed aan de verwachtingen te voldoen. Van dertien zoogdiersoorten, zes soorten amfibieën en twee reptielsoorten is vastgesteld dat zij de brug daadwerkelijk passeren. Ook trekken er wekelijks ruim 3000 wandelaars en fietsers en tientallen ruiters over dit ecoduct.

Sommige soorten zoals ree, vos en konijn passeren de natuurbrug meerdere keren per dag. De haas passeert meerdere keren per week en ook de egel en de bunzing gebruiken de brug regelmatig. Zeldzame soorten als boommarter en das gaan een aantal keren per jaar de brug over. De frequentie waarin de verschillende soorten zich op de brug begeven zijn per periode weer anders: de egel wordt bijvoorbeeld vooral van juli tot september gesignaleerd, het konijn vooral in januari, maart en april. Deze perioden blijken overeen te komen met de perioden waarin de dieren ‘extra actief’ zijn (o.a. met voortplanting).

 
  Overzicht over Natuurbrug Crailoo van west naar oost vanuit de voormalige uitkijkpost. De N524
(Naarderweg) en het spoorassemblage onder het ecoduct zijn nauwelijks zichtbaar.

Het aantal amfibieën en reptielen dat gebruik maakt van het ecoduct voldoet nog niet helemaal aan de verwachtingen. Soorten die in de omliggende natuur slechts mondjesmaat voorkomen (zoals de rugstreeppad en zandhagedis) worden op de natuurbrug helemaal niet aangetroffen. Meer gangbare soorten (o.a. de bruine kikker) blijken zich wel op de brug te bevinden en zich in de aanwezige poelen op de natuurbrug voort te planten. De aantallen had men vooraf wat hoger ingeschat.

Wat deze natuurbrug bijzonder maakt is het feit dat hij is opengesteld voor recreanten. Vooral in het weekend zijn er veel wandelaars en fietsers op de been of in de pedalen. Die blijken zich over het algemeen keurig te begeven op de paden die voor hen bedoeld zijn – slecht een zeer klein deel (circa 150 mensen per jaar) blijkt een kijkje te nemen op het deel van de brug dat gesloten is voor publiek. Hoewel de brug verboden is voor honden, gaan er toch gemiddeld 260 honden per jaar met hun baasjes de brug over. Ook katten bezoeken de brug, en daar valt weinig aan te doen. In hoeverre de mensen het gebruik van de brug door dieren beïnvloeden is nog niet duidelijk.

Vrijwilligers betrokken bij monitoring

 
  Opname van sporen van het sporenbed door studenten.
Het bed ligt over de hele breedte van het ecoduct en
is 2 meter breed.
Natuurbrug Zanderij Crailoo ligt tussen Hilversum en Bussum in de provincie Noord Holland. Deze natuurbrug is een eerste schakel om de van elkaar geïsoleerd geraakte natuurgebieden op de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi weer met elkaar te verbinden. Al vrij snel na opening van de brug in mei 2006 verschenen de eerste reeën op de brug. In opdracht van de terreinbeheerder (‘t Goois Natuurreservaat) zette Alterra een intensieve monitoring in gang om te bekijken in hoeverre dit ecoduct aan de verwachtingen en voorspellingen voldoet, en wat daaruit te leren valt voor vergelijkbare initiatieven in de toekomst. Samen met medewerkers van ‘t Goois Natuurreservaat, een groot aantal enthousiaste vrijwilligers en studenten is het gebruik van de brug (en de omliggende natuur) systematisch in kaart gebracht. Hiervoor zijn sporenbedden aangelegd, zowel op de brug als in de omgeving; voor amfibieën en reptielen is gewerkt met inventarisatieplaten die op bepaalde plekken zijn neergelegd. Passerende recreanten zijn met infraroodtellers geregistreerd.

Advies: aanpassing van inrichting en beheer
Gezien de korte tijd dat de brug in functie is, zijn de resultaten zeer bemoedigend. Belangrijkste advies is dan ook dat de brug vooral tijd nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. De onderzoekers geven daarnaast een aantal concrete aanbevelingen om het functioneren van de brug te verbeteren. Zo zouden er meer poelen op de brug moeten worden gemaakt om te stimuleren dat amfibieën en reptielen er kunnen verblijven en oversteken. Ook zijn er meer schuilplaatsen nodig voor kleine diersoorten (in de vorm van stobbenwallen of takkenrillen, struweel). Open, zandige plekken en heide zijn voor reptielen als de zandhagedis van belang.

Meer informatie over dit onderzoek is te vinden op www.kennisonline.wur.nl en in Alterrarapport 1906.

Tekst: Fabrice Ottburg, Annelies Bruinsma, Alterra Wageningen UR
Foto’s: Fabrice Ottburg, Alterra Wageningen UR