Muskuskruid
Foto Wout van der Slikke

Dobbelstenen op steeltjes

FLORON
15-APR-2009 - Wie van de voorjaarsflora wil genieten kan in Zuid-Limburg goed terecht. De hellingbossen in het heuvelland zijn in deze tijd van het jaar misschien wel op zijn mooist.

Bericht uitgegeven door FLORON op woensdag 15 april 2009

Wie van de voorjaarsflora wil genieten kan in Zuid-Limburg goed terecht. De hellingbossen in het heuvelland zijn in deze tijd van het jaar misschien wel op zijn mooist.

Tussen de bodembedekkende vegetatie met bosanemoon en de kleurrijke bloemen van vingerhelmbloem, bosviooltjes en slanke sleutelbloem valt muskuskruid niet meteen op voor wie de soort niet kent. Het is een klein plantje met lichtgroene bloemen dat al in februari als een van de eerste soorten boven de grond komt. De wetenschappelijke naam, Adoxa moschatellina, refereert al aan het weinig opvallende voorkomen, want het Griekse ‘Adoxa’ betekent onaanzienlijk. Maar van dichtbij bekeken is het juist een opmerkelijke plant.

De kubusachtige bloeiwijzen doen wat denken aan een dobbelsteen. De ‘dobbelsteen’ wordt gevormd door vijf afzonderlijke bloemen, op en rond het onderste ‘vlak’ waar de bloemsteel eindigt. De vergroeide bloemkroon bestaat uit vier of vijf slippen, waarmee de meeldraden telkens afwisselen. Als de plant tegen de zomer bovengronds is afgestorven, blijven het ondergrondse wortelstokje in rust tot het volgende voorjaar. Net als bosanemoon is ook muskuskruid dus een overblijvende soort.

Heb je eenmaal oog voor deze kleine voorjaarsbloeier dan blijkt hij op sommige plekken massaal aanwezig. Behalve in de Zuid-Limburgse hellingbossen kunnen we muskuskruid aantreffen in de loofbossen van Oost-Twente, de binnenduinrand en op tal van plaatsen in de Achterhoek, Noord-Drenthe, en Brabant, vooral in bosgebieden in beekdalen. De soort doet het met name goed op losse zandige, lemige en ook vochtige bodem.

Tekst en foto: Wout van der Slikke, FLORON