vismonitoring

Hengelaars tonen aan: het gaat beter met barbeel

RAVON
24-MEI-2009 - Met hengel en schepnet kunnen bijna alle zoetwatervissoorten in Nederland worden gevangen. Daarmee kunnen vrijwilligers een belangrijke bijdrage leveren aan de monitoring van vissen in Nederland. Dit blijkt uit onderzoek van RAVON en Sportvisserij Nederland. Voor een vroeger als zeldzaam beschouwde soort als de kleine modderkruiper bijvoorbeeld is de afgelopen jaren dankzij de inspanning van schepnetvissers duidelijk geworden dat dit visje zeer wijd verspreid over Nederland aanwezig is. Ook maken de vangsten van hengelaars duidelijk dat het met de barbeel in de bovenloop van de Rijn en IJssel in ons land weer de goede kant op gaat.

Bericht uitgegeven door RAVON op zondag 24 mei 2009

Met hengel en schepnet kunnen bijna alle zoetwatervissoorten in Nederland worden gevangen. Daarmee kunnen vrijwilligers een belangrijke bijdrage leveren aan de monitoring van vissen in Nederland. Dit blijkt uit onderzoek van RAVON en Sportvisserij Nederland. Voor een vroeger als zeldzaam beschouwde soort als de kleine modderkruiper is de afgelopen jaren bijvoorbeeld dankzij de inspanning van schepnetvissers duidelijk geworden dat dit visje zeer wijd verspreid over Nederland aanwezig is. Ook maken de vangsten van hengelaars duidelijk dat het met de barbeel in de bovenloop van de Rijn en IJssel in ons land weer de goede kant op gaat.

  vismonitoring
Ten aanzien van het type biotoop dat bevist wordt en de soorten die gevangen worden, blijken de gegevens die door schepnetvissers en door hengelaars verzameld worden elkaar aan te vullen. Met het schepnet kunnen vissen in ondiepe wateren en de oeverzone van grotere wateren goed gevangen worden. In de kleine wateren kan hierbij een kwantitatief inzicht in het voorkomen van vissoorten worden verkregen. De hengel wordt vooral toegepast in de wat diepere wateren. De hengel leent zich hierbij goed voor het verkrijgen van een kwantitatief inzicht in de visgemeenschap doordat hengelaars frequent op vaste plaatsen vissen en de vangstinspanning wordt geregistreerd. Het schepnet leent zich uitstekend om de aanwezigheid vast te stellen van kleine vaak beschermde soorten zoals de rivierdonderpad, beekprik, bittervoorn en grote en kleine modderkruiper, terwijl met de hengel juist het voorkomen van de grotere soorten als barbeel, winde, meerval en kroeskarper vastgesteld kan worden.

Inzicht in uitheemse vissoorten
Schepnetgegevens en hengelgegevens blijken bovendien uitermate geschikt om de ontwikkeling in de verspreiding en dichtheden van de nieuwe uitheemse vissoorten als roofblei, zonnebaars, blauwband, marmergrondel, zwartbekgrondel en Kesslers grondel te volgen. De vrijwilligers vormen de ogen in het veld op dit gebied. Zo is de vangst van bijvoorbeeld de roofblei de laatste jaren sterk toegenomen. Verder blijven de ontwikkelingen van de populaties zonnebaarzen niet onopgemerkt. Vrijwilligers zijn ook zeer gemotiveerd om zeldzame, bijzondere vangsten door te geven.

RAVON en Sportvisserij Nederland onderzochten de wijze waarop vangstgegevens van schepnetvissers en hengelaars te gebruiken zijn bij de ecologische monitoring van de visfauna in Nederland.

Het volledige rapport is hier in te zien.

Tekst: Jan Kranenbarg en Tamira Hankman (RAVON)
Foto: Margriet Schoor