Nauwe korfslak ontdekt op Schiermonniksoog
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op maandag 16 februari 2009
Dat volharding in zoeken op den duur beloond kan worden bleek tijdens een gerichte inventarisatie naar de nauwe korfslak in januari en februari op het Friese Waddeneiland Schiermonnikoog. In het zeer dynamische kweldergebied in het oostelijke deel van het eiland werd de soort op een 15-tal plekken in vijf kilometerhokken aangetroffen.
De afgelopen jaren is er vele malen tevergeefs op de Friese eilanden naar nauwe korfslakken gezocht. Daardoor rees de vraag of de soort nog wel in de provincie Friesland voor zou komen. In de literatuur is slechts een zeer oude waarneming bekend van deze bijzondere soort van het eiland Terschelling.
De nauwe korfslak (Vertigo angustior) is zeer klein landslakje met een tonvormig huisje van maximaal 1.9 mm. De soort wordt samen met twee andere bijzondere slakkensoorten: de zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) en platte schijfhoren (Anisus vorticulus) door de Europese Habitatrichtlijn streng beschermd. Daarom is op verzoek van het ministerie van LNV in 2004 gestart met het HabSlak- project, met als doel de verspreiding van deze slakkensoorten in kaart te brengen. Tot 2003 was de soort bekend van een beperkt aantal vindplaatsen in het kustgebied en enkele locaties in het binnenland. Dankzij het project is aanzienlijk meer bekend geworden over de verspreiding en biotoopvoorkeur van de soort in Nederland.
Duidelijk geworden is dat de nauwe korfslak in Nederland vrijwel uitsluitend in duingebieden leeft. Hoe kalkrijker deze gebieden, hoe groter de trefkans. In onze zuidelijke duingebieden, waar het kalkgehalte veel hoger is dan in de noordelijke duingebieden is de soort dan ook beduidend algemener en dichtheden zijn hier hoger. De soort wordt het meest aangetroffen in duindoornstruwelen en in bosjes van populieren. Ze leven hier in de strooisellaag en in slaapmosvegetaties. Deze slaapmosvegetaties worden graag gebruikt om in te overwinteren. De huisjes zijn daarbij aan de mosblaadjes gehecht en middels een slijmvliesje afgesloten. Geregeld trekken ze hierbij een puntje van mosblaadjes het huisje in, alvorens het slijmvliesje te vormen.
Over het leven in gebieden die onder invloed van zee staan was vrijwel niets bekend. Recente vondsten op Rottumeroog, Rottumerplaat en nabijgelegen Zuidereiland vroegen om aanvullend onderzoek in kweldergebieden. In dit dynamische biotoop weet de soort te overleven in lage duintjes op de kwelders. Ze leven hier in de toppen van de duintjes die zelfs bij extreem hoge waterstanden niet of zeer zelden overspoeld worden. In de meeste gevallen zijn deze lage duintjes begroeid met Duindoornstruiken en Gewone vlieren. Op Schiermonnikoog werden populaties ontdekt op de Oosterkwelder, tussen de Kobbeduinen en Balg. Overwinterende exemplaren werden waargenomen op gewoon dikkopmos en onder takken. Vooralsnog lijkt het voornamelijk om kleine tot zeer kleine populaties te gaan. Plaatselijk werd echter een groot aantal dieren (ruim 300) geteld, voornamelijk jonge dieren. Deze vondsten maken aannemelijk dat de nauwe korfslak soort ook op de overige Waddeneilanden voorkomt, maar voor we dat zeker weten zijn er waarschijnlijk nog vele inventarisaties noodzakelijk.
Tekst: Arno Boesveld
Foto: A.W. Gmelig Meyling