bruin zandoogrups klein

Als rups de winter door

De Vlinderstichting
19-JAN-2009 - Veel vlinders zijn er niet in de winter. De meeste soorten zijn ei, rups of pop in deze ongunstige periode. In welk stadium er ook wordt overwinterd, er moeten wel voorzorgsmaatregelen worden genomen!

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op 19 januari 2009.

Veel vlinders zijn er niet in de winter. De meeste soorten zijn ei, rups of pop in deze ongunstige periode. In welk stadium er ook wordt overwinterd, er moeten wel voorzorgsmaatregelen worden genomen!

Veel dagvlindersoorten overwinteren als rups. Ze verbergen zich daarvoor vaak goed, want in de winter zijn er legio hongerige roofdieren. De rups van het groot dikkopje heeft al vanaf dat hij in juli uit het ei kroop een nestje gemaakt van aan elkaar gesponnen grassprieten. Van juli tot in oktober zit hij overdag in dat kokertje en ’s nachts gaat hij uit eten. In de winter gaat de rups totaal in rust en tot eind maart verblijft hij in zijn overwinteringsnest. In de winter is de rups niet actief. Hij heeft stoffen uit zijn lijf terug getrokken en heeft letterlijk antivries aangemaakt (alcoholen als glycerol en sorbitol). Die zorgen er voor dat hij ook temperaturen van -15 tot -20 graden Celsius prima kan overleven. De rupsen van de zeldzame grote vuurvlinder overwinteren op het verschrompelde blad van de waardplant waterzuring en de rupsen van de veldparelmoervlinder verblijven met vele tientallen bij elkaar in een nestje (foto rechts).

De rupsen van bruin zandoogjes (foto links) gaan in een minder diepe winterrust. Als er zachte nachten zijn waarbij de temperatuur niet onder de 8 graden Celsius komt zijn die actief en eten ze van diverse grassen.

Overwinteren bij steekmieren
Het gentiaanblauwtje heeft wel een heel aparte manier om door de winter te komen. De jonge rups eet zich in augustus vanuit het eitje direct de bloem van de klokjesgentiaan in en eet vooral van het vruchtbeginsel. Na een dag of tien laat de rups zich op de grond vallen en wacht tot hij wordt meegenomen door een bossteekmier (Myrmica ruginodis) of een moerassteekmier (M.scabrinodis).

Die neemt de rups mee naar het mierennest (foto  rechts) waar hij vele maanden zal verblijven. Van september tot in juni is de rups in het ondergrondse mierennest en wordt daar zelfs verzorgd door de mieren, die in ruil daarvoor een zoete stof likken die door de rups wordt uitgescheiden. Voor de meeste in ons land overwinterende rupsen geldt ook dat een min of meer normale koele winter met wat vorstperioden geschikter is dan warme en vochtige winters, met veel meer kans op infecties en schimmels. Voor de rupsen lijkt het tot dusver een prima winter te zijn.


Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto's: Leerstoelgroep Natuurbeheer en plantenecologie, Wageningen UR & Kars Veling