Buikstreep nemertijn: een nieuwkomer aan de kust
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON op zaterdag 2 augustus 2008
Er is een nieuwe worm voor de Nederlandse kust gesignaleerd. Het bijzonder fraaie beest heet in het Nederlands buikstreep nemertijn. De worm komt in een heel groot gebied ten noorden van de evenaar voor, maar was in Nederland nog niet eerder gezien.
De buikstreep nemertijn (Tubulanus superbus) (Kölliker) is een vertegenwoordiger van de snoerwormen. Hij is slechts bekend van de kust van Frankrijk, de Britse eilanden, Zweden en de Middellandse Zee. Twee Belgische sportduikers hebben op 20 juni 2008, bij Goes op een diepte van circa 24 meter in de Oosterschelde een eerste exemplaar van deze bijzonder fraaie worm aangetroffen en zijn voorkomen op video vastgelegd. Op 30-8-2008 is door dezelfde sportduikers en op dezelfde locatie een tweede exemplaar gevonden. Deze is uitgebreid gefotografeerd en bekeken. Dit tweede is onmiskenbaar en eenduidig gedetermineerd als T. superbus. Hij is eenvoudig te herkennen aan zijn glanzend bruine huid met opvallende maar vooral ook karakteristieke witte lengte- en breedtestrepen. Het onderscheidend kenmerk voor deze soort is een witte buikstreep. Hij lijkt verder nagenoeg identiek op T. annulatus. Beide soorten worden ongeveer even lang, hebben een vergelijkbaar strepen patroon van ringen, rugstreep en een streep op iedere zijkant. Maar alleen T. superbus heeft een buikstreep. Deze streep en het feit dat het een soort is die behoort tot het fylum Nemertea is de basis geweest voor de buikstreep nemertijn als Nederlandse naam.
Wormen zijn een zeer diverse diergroep met in het mariene milieu bijna ontelbare soorten. Als grotere groep zijn ze onder te verdelen in onder andere de platwormen, de snoerwormen en de echte wormen (Fylum Annelida). De snoerwormen behoren tot het Fylum Nemertea. Het zijn ongesegmenteerde bilateraal symmetrische wormen. Meestal worden ze aangetroffen in ondiepe kustgebieden waar ze het liefst onder stenen, in zand, gravel of rotsspleten vertoeven. Wereldwijd komen er nog geen duizend soorten voor. Slechts een paar soorten worden in zoet water aangetroffen, alle andere soorten leven in brak of zout water. Op onze kust komen niet veel soorten voor. De meest bekende is wellicht de rode snoerworm, Lineus longissimus (Linneaus): een worm die normaal een lengte van vijftien meter heeft, maar waarvan ook exemplaren van vijftig tot zestig meter zijn gevonden. Hiermee staat deze snoerworm in de boeken als het langste dier ter wereld.
Op 6 september 2008 zijn zelf op dezelfde locatie en circa 20 meter diepte weer twee exemplaren van de fraaie buikstreep nemertijn gevonden. Er zitten dus veel meer van deze wormen in de Oosterschelde, maar zitten ze ook op meerdere plaatsen langs de Nederlandse kust...........?
In de literatuur staat beschreven dat deze soort maximaal 75 cm lang kan worden. Het tweede exemplaar dat bij Goes is gevonden was echter ruim 80 cm lang en het vierde exemplaar was nog veel langer. Het zijn duidelijk volwassen exemplaren.
Gezien de locatie van deze vondst is het heel goed mogelijk dat deze worm met de import van mosselen elders vanuit het Europese kustgebied is aangevoerd.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting ANEMOON