Wel en wee van mosselbanken in de Waddenzee
Bericht uitgegeven op dinsdag 29 april door Wageningen IMARES, Wageningen UR
Elk voorjaar is weer spannend voor de mosselbankonderzoekers. Dan wordt de ‘schade’ opgenomen die winterstormen hebben aangericht aan de mosselbanken in de Waddenzee.
Mosselbanken zijn een belangrijk onderdeel van het Waddenzee-ecosysteem. Ze filteren het water en vormen, samen met bodemdieren die graag op en tussen de mosselen leven, een belangrijke voedselbron voor vogels. Mosselbanken ontstaan op droogvallende platen doordat in de zomer ‘mosselzaad’ valt op een geschikte ondergrond, zoals schelpkokerwormen of (dode) schelpenbanken. Die nieuwe mosselbanken bestaan uit een dik pak jonge mosselen die gelijkmatig over de bank verspreid zijn. De mosselen kruipen in de loop van het jaar dichter naar elkaar toe, waardoor een karakteristiek patroon ontstaat (foto 1). In de eerste winter verdwijnen veel van deze nieuwe banken weer. De overgebleven banken dunnen in de volgende jaren verder uit door vogelvraat en stormen. Het is daarom belangrijk dat er regelmatig voldoende nieuw mosselzaad op de bank valt om de tekorten weer aan te vullen. Zo ontstaat een oude stabiele mosselbank (foto 2).
Foto 1. Typische patroon van een mosselzaadbank voor de eerste winter. | Foto 2. Typische structuur van een wat oudere mosselbank met hoge mosselbulten en verschillende prieltjes en plassen. |
Wageningen IMARES bestudeert een 7-tal banken in detail: drie banken sinds 1995, één sinds 1998 en drie sinds 2003. Elk voorjaar in april en mei worden de contouren van deze banken opnieuw in kaart gebracht om de winteroverleving te bepalen. Ook worden de bedekking en de populatiesamenstelling vastgelegd.
In 2007 bleek het totale bankoppervlak afgenomen in vergelijking met 2006. Waarschijnlijk hebben de winterstormen van november 2006 en januari 2007 hier een grote rol in gespeeld. In 2006 en 2007 is er op het droogvallende deel van de Waddenzee ook nauwelijks nieuw mosselzaad gevallen. Ondanks de stormen zijn niet álle mosselbanken kleiner geworden. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de locatie (en dus met blootstelling aan stormen) of doordat sommige mosselbanken eigenschappen hebben die hen beter bestand maken tegen stormen. De eerste resultaten van 2008 geven een vergelijkbaar beeld als in 2007. Sommige banken zijn kleiner, anderen lijken nauwelijks veranderd.
Sinds enkele jaren is er een nieuwe medespeler op de mosselbanken, de Japanse oester. Deze exoot is in 1983 voor het eerst is gesignaleerd in de Waddenzee. De oester is bezig aan een opmars, en enkele mosselbanken uit het onderzoek zijn al gedeeltelijk veranderd in oesterrif (foto 3). De wat oudere oesters sterven echter ook weer af en zo ontstaan weer open plekken met een harde ondergrond van dode oester-, mossel- en kokkelschelpen. Samen met de schelpkokerwormen in de zandige kommen in de riffen ligt er zo weer een zeer geschikte ondergrond klaar voor nieuw mosselzaad.
Voor meer informatie over mosselbanken, kijk op project Monitoring mosselbanken 2008
van het Beleidsondersteunend Onderzoek van Alterra.Tekst: Norbert Dankers en Frouke Fey-Hofstede, Wageningen IMARES, Wageningen UR
Foto’s: André Meijboom (1 en 2) en Piet Wim van Leeuwen (3), Wageningen IMARES, Wageningen UR