Algenbloei: een opmerkelijk jaarlijks fenomeen
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven op zondag 27 april 2008 door Stichting ANEMOON
De Zeeuwse wateren en met name de Oosterschelde vormen in het voorjaar een voor sportduikers aantrekkelijk gebied om hun sport te beoefenen. Boven water wordt het aangenaam warm, het kustwater warmt ook op, en onderwater is de natuur volop in ontwikkeling. Als de weersomstandigheden rustig zijn kan het zicht onderwater in maart en april bijzonder goed zijn. Maar zo rond eind april gebeurt er jaarlijks iets heel bijzonders waarmee de sportduikers niet blij zijn. Binnen een periode van een week verandert het heldere kustwater plotseling in een, voor licht bijna ondoordringbare, erwtensoep. Wat is er aan de hand? De algenbloei slaat weer toe.
Op de foto: De bolletjes die het zeewater vertroebelen zijn de kolonies van de flagellaat Phaeocystis pouchetii
Het is een jaarlijks terugkerend natuurlijk fenomeen dat veroorzaakt wordt door een planktonische kolonievormende alg (flagellaat) Phaeocystis pouchetii. De sterkte van de algenbloei wordt mede veroorzaakt door de concentratie aan diatomeeën, watertemperatuur, hoeveelheid zonlicht en o.a. drie belangrijke nutriënten: silicium, fosfaat en nitraat. Het is een zeer complex fenomeen maar als we proberen om het een paar woorden te beschrijven komt het ongeveer hier op neer:
Met het opwarmen van het kustwater in het voorjaar en de toename van de inval van zonlicht ontwikkelt het plantaardig (Phyto-)plankton zich in grote aantallen. Dit proces is ook sterk afhankelijk van de beschikbare nutriënten. Zit er veel silicium in het water en verhoudingsgewijs weinig fosfaat dan gaan diatomeeën, die specifiek veel silicium nodig hebben voor de opbouw van hun celstructuur, in aantal exploderen. Zij hebben ook fosfaten nodig en die gaan vervolgens dus ook in concentratie naar beneden. Deze bloei van diatomeeën is voor ons met het blote oog niet waarneembaar. Algen en met name Phaeocystis pouchetii zijn voor hun ontwikkeling sterk afhankelijk van de fosfaat en nitraat concentratie komen dan slechts in zeer beperkte mate tot ontwikkeling en dus zal de algenbloei zeer beperkt blijven. In sommige jaren gaat het zelfs ongemerkt aan ons voorbij.
Zitten er verhoudingsgewijs echter weinig silicaten, maar veel fosfaten en nitraten in het water dan komen de diatomeeën minder tot ontwikkeling. Er blijven veel meer nutriënten over voor de alg Phaeocystis pouchetii en hij (de alg) explodeert in aantal. Dit is dan de algenbloei. Het gevolg is de in korte tijd verandering van helder kustwater naar erwtensoep. En dat is momenteel dus ook weer aan de hand. Het zicht in de Oosterschelde is nu plaatselijk minder dan 30 cm. Dit kan 2-6 weken duren. Deze algen zijn zeer gevoelig voor mechanische stress. Dat wil zeggen dat ze door stroming en golfslag snel kapot gaan. Er komen dan veel organische stoffen uit de algen vrij die vooral bij westenwind een enorme schuim productie op het kustwater kunnen zorgen. Met de huidige sterke algenbloei is het dus te verwachten dat over een paar weken het schuim weer in enorme hoeveelheden het strand gaat vervuilen. Maar dan is snel alles weer voorbij en kunnen de sportduikers weer gaan genieten van het heldere kustwater.
Ondanks deze voor de sportduikers onplezierige effecten speelt deze algenbloei een enorm belangrijke rol in ons ecosysteem. Het is een zeer natuurlijk proces. Het is een hele grote en dus belangrijke producent van voedingsstoffen waar alle hogere voedselketens in ons mariene milieu sterk afhankelijk van zijn.
Tekst en foto: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon