Oliekevers met een geurtje lokken bijen in de val
Bericht uitgegeven door Aculea, wilde bijen- en wespenwerkgroep van Natuurpunt op [publicatiedatum]
Geuren spelen niet alleen in de mensenwereld een belangrijke rol, ook bijensoorten maken er volop gebruik van. Vooral bij het vinden van een geschikte partner communiceren bijenmannetjes en -vrouwtjes er duchtig op los door middel van feromonen. Maar dit is niet zonder gevaar. Sommige parasieten maken hier immers op een listige manier misbruik van.
De klimopzijdebij (Colletes hederae) is een zuidelijke bijensoort, die sinds haar beschrijving in 1993 sterk oprukt naar het noorden. Ze vliegt vanaf eind augustus tot half oktober en is strikt afhankelijk van het stuifmeel van klimop als voedselbron voor de larven. Klimopzijdebijen worden bij ons vooral in stedelijke omgeving waargenomen, maar komen ook voor waar klimop van nature voorkomt en steile zandwandjes aanwezig zijn.
Net zoals bij heel wat andere bijensoorten worden de mannetjes van de klimopzijdebij enkele dagen vóór de vrouwtjes actief. Wanneer het eerste vrouwtje uit het nest tevoorschijn komt wordt zij overrompeld door tientallen of zelfs honderden hitsige mannetjes die met haar willen paren. Zo vormen ze zogenaamde 'mating balls' of 'paarballen'. Onderzoekers suggereren dat bij dit proces feromonen, chemische stoffen die boodschappen overbrengen, betrokken zijn. De mannetjes zouden namelijk sterk aangetrokken worden door de feromonen die de vrouwtjes uitscheiden.
Onderzoek van Vereecken en Mahé in 2007 toonde aan dat ook de oliekever Stenoria analis gebruik maakt van dezelfde geurstoffen als de klimopzijdebij. De larven van deze oliekever kruipen nadat ze uit het ei gekomen zijn naar hoger gelegen plaatsen. Meestal vormen ze een bolletje op grassen of gaan ze aan een prikkeldraad hangen. Daarna beginnen ze met het produceren van een geur die identiek is aan de geur van vrouwelijke klimopzijdebijen. Mannetjes van de klimopzijdebij kunnen deze geur niet weerstaan en worden zo verschalkt.
Op het moment dat het mannetje een paarpoging onderneemt stapt een deel van de larven over op de mannetjesbij. Wanneer een mannetje vervolgens met een vrouwtje tracht te paren, zal een deel van de larven op het vrouwtje overstappen. Via het vrouwtje bereiken de larven van de oliekever zo het bijennest waar ze zich te goed doen aan de voedselvoorraad van de bijenlarven. Vaak zullen ze hierbij ook de bijenlarve zelf verorberen.
De oliekever Stenoria analis is een betrekkelijke nieuwkomer in ons land. Ook van Noord-Frankrijk en Nederland zijn geen historische waarnemingen beschikbaar. Dit doet vermoeden dat deze soort een recente noordwaartse verschuiving gekend heeft die ongeveer overeenkomt met die van zijn voornaamst gastheer: de klimopzijdebij. Deze verschuiving zou te wijten zijn aan het opwarmende klimaat en de toenemende verstedelijking.
Aculea, de wilde bijen en wespenwerkgroep van Natuurpunt, roept op om waarnemingen van de klimopzijdebij door te geven. Meer info over deze soort vind je in de soortfiche. Ook meldingen van de oliekever of zijn larven zijn meer dan welkom.
Tekst: Jens D'Haeseleer, Aculea
Foto's: Nicolas J. Vereecken