Nieuwe Rode Lijst libellen: natuurbescherming werkt
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Het voorstel voor de nieuwe Rode Lijst libellen laat een verbetering zien ten opzichte van de vorige, die dateert uit 1997. Dit komt vooral door de verbeterde waterkwaliteit. Maar ook de toegenomen aandacht voor natuurontwikkeling en natuurbeheer van de afgelopen 20 jaar werpt zijn vruchten af.
Het gaat de goede kant op met de libellenstand in Nederland, blijkt uit het basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst Libellen 2011, dat De Vlinderstichting en EIS-Nederland in december hebben uitgebracht. Het rapport is gemaakt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, omdat staatssecretaris Bleker degene is die Rode Lijsten officieel publiceert. Titia Wolterbeek, directeur van De Vlinderstichting, over de rapportage: “We zijn echt blij met de positieve ontwikkeling die we bij een aantal libellensoorten zien, de lijst is minder donkerrood geworden”. Op de nieuwe lijst vallen 23 libellensoorten onder de categorieën ernstig bedreigd tot gevoelig. Dat is 35 procent van de 65 soorten die met een populatie in ons land voorkomen. Sinds 1997, toen de vorige Rode Lijst verscheen, zijn donkere waterjuffer, rivierrombout en gaffellibel weer in ons land teruggekeerd. Tengere pantserjuffer, bruine winterjuffer, bruine korenbout en bandheidelibel zijn in aantal toegenomen en staan daardoor niet meer op de Rode Lijst. Met noordse winterjuffer, noordse glazenmaker, gevlekte glanslibel en gevlekte witsnuitlibel gaat het ook de goede kant op en deze soorten zijn in lichtere categorieën terecht gekomen.
Deze positieve ontwikkelingen worden verklaard door een verbetering van de algehele waterkwaliteit en afname van milieuproblemen zoals verzuring, vermesting en verdroging. Daarnaast hebben libellen duidelijk geprofiteerd van de toegenomen aandacht voor natuurherstelmaatregelen, natuurontwikkelingsprojecten en beheermaatregelen die niet alleen op de flora, maar ook op de fauna zijn gericht. Voorbeelden van soorten die duidelijk geprofiteerd hebben van beheermaatregelen zijn noordse winterjuffer, donkere waterjuffer, vroege glazenmaker, gevlekte witsnuitlibel en bruine korenbout. Ook klimaatverandering speelt een rol. Veel libellensoorten zijn warmteminnend en reageren positief op de verhoging van de gemiddelde temperatuur, zoals de bruine winterjuffer.
Er zijn niet alleen maar winnaars. De speerwaterjuffer, een zeer kritische soort van schone, ongestoorde vennen en randen van hoogvenen is nog steeds ernstig bedreigd en laat ook de laatste jaren nog een sterke achteruitgang zien. Voor deze soort wordt aan de voorwaarden voor herstel kennelijk nog niet voldaan. Daarnaast gaat het met veel soorten weliswaar iets beter, maar wordt het niveau van 1950 (het referentiejaar voor de Nederlandse Rode Lijst) nog lang niet gehaald. Dit geldt bijvoorbeeld voor bosbeekjuffer en beekrombout. Titia Wolterbeek: “Deze vernieuwde Rode Lijst is een pluim op het werk van natuurbeheerders, waterbeheerders en beleidsmakers die de afgelopen decennia pleitbezorgers zijn geweest van een beter milieu en meer natte natuur. Maar al zijn er positieve ontwikkelingen, er is nog steeds werk aan de winkel voor de 23 soorten die als bedreigd op deze nieuwe Rode Lijst staan”.
Tekst: Tim Termaat & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kim Huskens; Tim Termaat; Kars Veling