Natuurjournaal 23 januari 2025

In de winter trekken gewone zeehonden uit de Waddenzee richting de zeegaten. De meeste vissen hebben namelijk het afgekoelde water op het wad verlaten, en houden zich wat dieper in het Noordzeewater op. Gewone zeehonden hebben vaste ligplaatsen, maar nu kunnen ze tot wel honderd kilometer daarvandaan zwerven om voedsel te zoeken. Ze eten tussen de vier en acht kilo vis per dag, die ze vooral vinden met behulp van hun gevoelige snorharen. Met het voedsel krijgt de gewone zeehond ook meteen zijn vocht binnen, want hij drinkt geen zeewater.

Om de dikke, zware schelp van de noordkromp te vinden, moet je wel geluk hebben. Dit weekdier komt voor in de noordelijke Noordzee, maar op het strand vind je zelden exemplaren. Ze leven ingegraven in de zeebodem. Net als bomen maken deze schelpen jaarringen, zodat je gemakkelijk kunt zien hoe oud ze zijn. In 2006 werd bij IJsland een noordkromp opgevist die een leeftijd van 507 jaar had bereikt. Het was daarmee het oudste dier ter wereld ooit gevonden. Hun geheim? Ze leiden een verborgen, rustig leven en dankzij speciale biochemie wordt de veroudering van hun cellen vertraagd.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Bart Vastenhouw, Saxifraga; S. Rae, Flickr