Klein tasjeskruid

Tijd voor winterannuellen

FLORON
21-JAN-2025 - De recente vrieskou heeft de natuur tijdelijk doen stilstaan. Toch? Schijn bedriegt. Wie goed kijkt, kan overal winterannuellen aantreffen. We nemen je graag mee in de wereld van deze taaie groene rakkertjes. Met een beetje geluk tref je ze zelfs bloeiend aan.

De winterannuellen vormen een speciale groep binnen de plantenwereld. Ze kiemen in het najaar, komen de winter groen – meestal in rozet – door, bloeien en vormen zaad in het vroege voorjaar en sterven vervolgens af. In het daaropvolgende najaar begint deze cyclus opnieuw. Omdat de andere planten in winterrust zijn, vallen deze nu groene winterannuellen extra goed op. Ter informatie: een rozet is een groeivorm waarbij veel bij elkaar staande bladeren in een krans groeien.

Zelfbestuiving

In een tijd dat er weinig insecten zijn om te helpen met bestuiven, zijn winterannuellen veelal afhankelijk van zelfbestuiving. Dat betekent dat een bloem zichzelf bevrucht. Op zonnige dagen kan het opeens wat warmer zijn en kunnen de eerste insecten al wel een rol spelen in de bevruchting van winterannuellen. Naarmate het seizoen verder vordert, wordt deze rol steeds groter. Benieuwd naar typische winterannuellen? Ga eens op zoek naar onderstaande plantensoorten. Opvallend detail: deze vier planten hebben alle vier kleine witte bloemen. Misschien vergemakkelijkt dit gegeven je zoektocht. Houd er wel rekening mee dat de meeste winterannuellen nu nog niet bloeien.

Winterannuellen, van linksboven naar rechtsonder: Klein bronkruid, Heidespurrie, Vroegeling & Kandelaartje.

Klein bronkruid

Klein bronkruid (Montia arvensis) gedijt het best op vochtige open plekken in graslanden, akkers en tuinen. De stengels zijn sterk vertakt en kruipen over de bodem. In de bloeitijd kunnen de stengels rood aanlopen. De spatelvormige bladen zijn vlezig en groeien tegenover elkaar op de stengel. Klein bronkruid vormt een ogenschijnlijke wirwar aan stengels en bladen.

Heidespurrie

Op de droge zandgronden, en dan vooral zandvlakten, in het oosten en zuidoosten van het land vind je Heidespurrie (Spergula morisonii). Hoe zandiger, droger en schraler de bodem hoe beter! Kenmerkend zijn de op de grond liggende stengels, waaruit recht overeind staande zijstegels groeien. De lijnvormige bladeren zijn blauwgroen en groeien ogenschijnlijk in kransen.

Vroegeling

Vroegeling (Draba verna) is weinig kritisch wat betreft haar standplaats en kan je zo goed als overal in Nederland vinden. In akkers, tussen de stoeptegels, in (geschoffelde) tuinen, in bermen en langs het spoor, tussen muren en in het gras; zoekt en gij zult vinden. Het rozet heeft behaarde, spitse en spatelvormige bladen. In geval van een bloeiend exemplaar, dan valt op de vier kroonbladen diep ingesneden zijn, waardoor het in eerste instantie lijkt als iedere bloem acht kroonbladen heeft.

Kandelaartje

Deens lepelblad

Karakteristiek in het duingebied is het Kandelaartje (Saxifraga tridactylites). Hoewel klein en verfijnd, valt ze op met haar vaak rood aangelopen stengel en bladeren. De vlezige bladen zijn drielobbig. De rozetbladen zijn soms spatelvormig. De klierharen zijn dusdanig kleverig dat er vaak zandkorrels aan de plant vastgeplakt zijn.

Meer winterannuellen

Ben je na dit natuurbericht gefascineerd door winterannuellen? Er zijn er nog veel meer! Daag jezelf uit en ga eens op zoek naar Klein tasjeskruid, Klimopereprijs, Deens lepelblad, Klein vogelpootje, Muizenstaart en Zandblauwtje.

Tekst: Leonie Tijsma en Baudewijn Odé, FLORON
Foto's: Edwin Dijkhuis (leadfoto: Klein tasjeskruid); Sonja Bouwman, Saxifraga; Hans Dekker, Saxifraga; Rutger Barendse, Saxifraga