Mooie maar ingewikkelde Fluweelpootjes

Nederlandse Mycologische Vereniging
4-JAN-2025 - Het Vijfhoekpark is een van de oudste parken van Noord-Holland. De bodem bestaat hier uit zeeklei. Ooit heeft deze bodem deel uitgemaakt van het Oer-IJ. Hier staat een aantal kapitale schietwilgen waarvan er enkele omgewaaid zijn. Op één van deze plat gewaaide wilgen staan momenteel meer dan vijftig fluweelpootjes. Om welke soort Fluweelpootje het gaat, moet de microscoop thuis echter uitwijzen.

Nu het nieuwe jaar een feit is en de rust weer is wedergekeerd, hebben velen van ons nog een paar dagen de tijd om de natuur in te trekken. Een mooie bestemming werd gevonden in het Vijfhoekpark in Zaandam. Het Vijfhoekpark is een zeer oud park met kleibodem waar veel spontane opschot van wilgen heeft plaatsgevonden, gezien de kapitale schietwilgen die je daar tegenkomt. Enkele van deze wilgen waren, gezien hun leeftijd, al omgewaaid en sommige bedekt met interessante paddenstoelen, waaronder Fluweelpootjes (Flammulina spec.). Fluweelpootjes zijn goed bestand tegen winterse omstandigheden en soms kom je zeer oude exemplaren tegen, zelfs verschrompelde exemplaren van het jaar daarvoor.

Fluweelpootjes zijn goed bestand tegen bevriezing

Fluweelpootjes zijn saprotroof of als zwakteparasiet te vinden op stronken, stammen, gevallen takken en ondergrondse wortels van allerlei loofhout (zeer zelden op coniferenhout). Wat opvalt is een duidelijke voorkeur voor els (Alnus), es (Fraxinus), populier (Populus) en vlier (Sambucus) van rijkere bodems (Alno-Padion). Ze kunnen het gehele jaar worden gevonden, maar hoofdzakelijk in de herfst en winter, van september tot maart.

Formae en variëteiten

Van Flammulina velutipes (Curtis) Singer (Gewoon fluweelpootje) worden twee variëteiten onderscheiden: var. velutipes (Curtis) Singer, met een gekleurde hoed en steel, en var. lactea (Quél.) Bas, met een witte tot roomkleurige steel en hoed. Deze variëteit is zeer zeldzaam en alleen bekend uit het westen en noorden van ons land.

Var. velutipes is zelf weer opgedeeld in twee formae, namelijk forma velutipes met sporen van 6-9.5 x 3-4 mu, gemiddelde Q=(1.8-)2.0-2.3, en de forma. longispora Bas. Dit is echter dezelfde als Flammulina elastica (Lasch) Redhead & R.H. Petersen (Langsporig fluweelpootje). Deze heeft sporen van 8-11.5 x 3-4 mu, gemiddelde Q = 2.5-3.05. De formae kunnen het hele jaar door worden gevonden, maar hoofdzakelijk van september tot maart.  

Flammulina elastica (Langsporig fluweelpootje)

Een aparte soort is het Flammulina fennae Bas (Zomerfluweelpootje). Hiervan is de verspreiding onvoldoende bekend, want voor 1983 werd de soort niet van F. velutipes onderscheiden. Tegenwoordig is de soort nog zeldzaam, maar wordt in toenemende mate meer verspreid in het land aangetroffen (nog niet op de Waddeneilanden). Recent en nieuw voor Nederland is Flammulina populicola, die in de Noordelijke IJsselvallei op populierenhout werd aangetroffen. 

Voor een zekere determinatie worden Fluweelpootjes altijd microscopisch gecontroleerd.

Flammulina fennae (Zomerfluweelpootje)

Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Piet Brouwer (leadfoto: Flammulina velutipes (Gewoon fluweelpootje)); Martijn Oud