Natuurjournaal 13 oktober 2024
Nature TodayHet is je misschien wel eens opgevallen dat er tijdens een regenbui onderaan of langs de stam van sommige soorten bomen, schuim loopt. Dit is bijvoorbeeld te zien bij zwarte elzen, berk, beuk, douglasspar en eik. De meest gehoorde verklaring is dat op de stammen van deze boomsoorten algen voorkomen. Deze algen bevatten een eiwit. Als de celwand kapotgaat, om wat voor reden dan ook, komt dat eiwit vrij. Bij regen stroomt vervolgens eiwitrijk water langs de stam naar beneden. Het eiwit wordt dan als het ware ‘geklopt’ en er ontstaat schuim. Insecten, zoals bijvoorbeeld het lieveheersbeestje, weten er wel raad mee. Zij komen af op de suiker, die ook in de boomsappen zit.
Een heel ander soort schuim dat je nu ook kan tegenkomen is groot kalkschuim. Deze slijmzwam is melkwit en heeft de vorm van een kussen. In Nederland komt hij vrij algemeen voor en groeit meestal tussen vochtig gras. De buitenkant bestaat uit een dunne, brosse schaal, die is opgebouwd uit kalkkristallen. De slijmzwam brengt het grootste deel van zijn leven door als microscopisch kleine, eencellige organismen in de bodem. Wanneer de omstandigheden echter goed zijn, klonteren ze samen en bewegen ze zich boven de grond om een groter organisme te vormen, een plasmodium genaamd. Na een paar dagen wordt het plasmodium droog en schilferig en valt het uit elkaar. De zwarte sporen komen vrij en produceren de volgende generatie slijmzwammen.
Tekst: Mike Hirschler, IVN; Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Mike Hirschler, IVN; Karin Lenten, Waarneming.nl