Natuurjournaal 9 september 2024

Linden zijn geliefd bij veel insecten: meer dan zestig insectensoorten weten blad, bast, hout en bloemen te vinden als voedselbron. Ook parasieten profiteren van lindebomen, zoals de lindehoorntjesmijt. Deze mijten voeden zich met het sap uit de bladeren en geven zelf stofjes af aan het blad. Als reactie hierop maakt het lindeblad uitstulpingen, die wel wat weg hebben van hoorntjes. De hoorntjes zijn eerst groen en kleuren later rood. Ze zijn niet schadelijk voor de boom. Tot voor kort werden er verschillende soorten mijten onderscheiden: de zomerlindehoorntjesmijt, de winterlindehoorntjesmijt en de zilverlindehoorntjesmijt. Onderzoek heeft in 2013 echter uitgewezen dat ze allemaal tot dezelfde soort behoren: de lindehoorntjesmijt.

De wilgenhoutrups leeft ook in bomen, maar kan wel voor schade zorgen. Deze gigantische rups wordt drie tot vijf jaar oud en tot wel tien centimeter lang. Hij boort zich diep in het hout van vooral wilgen. De rupsen maken gangenstelsels en kunnen zo hele bomen uithollen. De rupsengaten zijn te herkennen aan houtpoeder en soms een zure, azijnachtige geur. Na een paar jaar verlaten de rupsen de boom en gaan op zoek naar een plek om te verpoppen, en dan kan je zomaar zo’n joekel tegen het lijf lopen. De nachtvlinder die uit de pop kruipt, en ook ‘wilgenhoutrups’ heet, wordt slechts een paar weken oud. Deze is onschadelijk: hij heeft geen mond of tong en kan helemaal geen voedsel tot zich nemen.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: SPiette, Waarneming.nl; JMV, Waarneming.nl