Wespendief Saxifraga

Natuurjournaal 13 juli 2024

Nature Today
13-JUL-2024 - Onbevreesde wespendieven op zoek naar hun favoriete voedsel en nu is een goede tijd om bevers te zien.

De wespendief heeft nu kuikens. Ze worden gevoerd met poppen en larven van wespen en hommels. Wespendieven zijn niet erg gevoelig voor wespensteken dankzij hun dichte verenkleed, schubachtige kopveren en hoornachtige plaatjes op hun poten. Wespen komen pas in voldoende mate beschikbaar vanaf ongeveer half juni. De wespendief is dan ook een echte zomervogel, die pas in mei vanuit Afrika in Nederland aankomt om te broeden. De wespendief zoekt wespen- en hommelnesten in een zoekvlucht of vanuit een uitkijkpost in het bos, of ze volgen insecten over grote afstanden om het nest te lokaliseren. Met zijn poten graaft hij de ondergrondse nesten open. Ze deinzen nergens voor terug: wespen worden tot wel veertig centimeter diep uit de grond opgegraven. Ze zijn bijna volledig afhankelijk van wespen, bijen en hommels, maar eten soms ook andere insecten of zelfs kleine zoogdieren, vogels, reptielen of amfibieën. In de winter is hun hoofdvoedsel hier onmogelijk te vinden, dus trekken ze eind augustus of begin september naar Afrika.

Een zwemmende bever laat maar een heel klein stukje van zichzelf zien

Ga je een avondwandeling maken? Dan heb je nu kans om een bever te zien. Tijdens de lange avonden verlaat de bever al voor het donker de burcht op zoek naar eten. Een zwemmende bever wordt vaak verward met andere zwemmende zoogdieren, omdat je maar een klein stukje van hem kan zien. Hij lijkt dan op een beverrat of musksurat. Op land is het vaak makkelijker, daar kan je de kenmerkende platte staart van de bever zien. Het geluid van de staart die op het water slaat, is vaak de manier om de aanwezigheid van een bever op te merken. De beverburcht zit onder water, zodat de bever ongezien zijn hol in en uit kan, maar de bever verraadt zijn aanwezigheid door overal sporen achter te laten. De tandafdrukken, die ongeveer acht millimeter breed zijn, zie je duidelijk op takken en stammen. De bever knaagt bomen tot ruim zestig centimeter doorsnede door, om de bladeren, twijgen en bast te eten. Ook worden delen van omgeknaagde bomen naar een dam of burcht gesleept.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga