Natuurjournaal 30 januari 2024
Nature TodayAl in de winter ruien aalscholvers naar hun verenpak voor het broedseizoen. Het prachtkleed heet dat, geen gekke naam in het geval van de aalscholver. Op hun dijen hebben ze een ronde, witte vlek en ook de wangen kleuren wit. Die steken mooi af tegen de heldergele snavel. Op hun hoofd en nek krijgen ze zilvergrijze, iets langere veren die als manen hun hoofd tooien. Op het nest showen ze de witte dijvlekken en hopen zo een partner te versieren, zoals te zien op deze dwaalfilm. Sommige vroege vogels beginnen nu al met baltsen, de meeste beginnen wat later. En zodra de eieren zijn gelegd, doen ze hun alledaagse verenkleed weer aan. Aalscholvers broeden in kolonies, waarvan de meeste en grootste in het IJsselmeergebied zijn. Sinds een jaar of tien nemen de landelijke aantallen echter af en verspreiden aalscholvers zich meer over het land, doordat er minder prooivissen voor ze zijn.
Ook voor de wilde kat is de paartijd begonnen, die duurt tot maart. Wilde katten zijn gewoonlijk alleen, maar hun leefgebieden overlappen wel vaak. Echt territoriaal zijn ze niet en nu is het tijd om elkaar op te zoeken. De mannen hebben al een groter territorium dan de vrouwtjes en gaan extra ver aan de wandel om een krols vrouwtje te vinden. In Nederland woont de wilde kat alleen in bossen in Zuid-Limburg, waar ze sinds zo’n twintig jaar geleden weer voorkomen. Wilde katten lijken nogal op cyperse huiskatten, maar zijn forser gebouwd, hebben een langere vacht en een opvallend dikke, geringde staart.
Tekst: Nienke Lameris, Nature Today
Foto's: Peter Meininger, Saxifraga; Mark Zekhuis, Saxifraga