Rechtbank trekt streep door spieringvisserij in Waddenzee
Vogelbescherming NederlandSpieringvisserij in Waddenzee ten onrechte toegestaan
Het beroep betrof vier vergunningen die door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zijn verleend voor spieringvisserij met sleepnetten op acht locaties in het Natura 2000-gebied Waddenzee, waaronder de spuikommen bij Kornwerderzand en Den Oever. Dit zijn plekken waar de spiering zich massaal verzamelt om naar het IJsselmeer te trekken. Deze vergunningen gaven toestemming voor het onbeperkt wegvissen van spieringen op deze locaties tussen 15 september en 15 maart voor de periode tot 2026.
De rechtbank concludeert dat significante effecten op de visetende vogels in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en IJsselmeer niet met de wettelijk vereiste zekerheid zijn uitgesloten. De minister had daarom geen toestemming mogen verlenen voor de visserij op spiering, die een essentiële voedselbron vormt voor de visetende vogels.
Spiering belangrijk voor vogels
Spiering is essentieel voedsel voor de visetende vogelsoorten waarvoor deze twee Natura 2000-gebieden zijn aangewezen, waaronder aalscholver, fuut, grote zaagbek, middelste zaagbek, nonnetje, dwergmeeuw, visdief en zwarte stern. Vogelsoorten waar het in veel gevallen niet goed mee gaat, mede als gevolg van voedselgebrek.
De spieringstand in het IJsselmeer is al jaren zeer laag. Daarom is het sinds 2013 verboden om in het IJsselmeer te vissen op spiering. In de Waddenzee is er sprake van een dalende trend in de spieringpopulatie. De trek van spiering uit de Waddenzee draagt bij aan de instandhouding van de bronpopulatie van de spiering in het IJsselmeer, en ook aan de voedselvoorziening van de visetende vogels. Alle reden dus om geen toestemming te verlenen voor visserij op spiering in de Waddenzee.
Oproep aan het ministerie om te stoppen met het verlenen van dit soort vergunningen
Het ministerie van LNV is het bevoegd gezag voor het verlenen van natuurvergunningen voor een groot aantal (commerciële) activiteiten op zee en de binnenwateren. Helaas ervaren wij nog steeds dat hierbij weinig kritisch wordt getoetst op de ecologische effecten en dat vergunningen te makkelijk worden verleend. De natuurtoetsen schieten vaak ernstig tekort en worden niet of nauwelijks kritisch beoordeeld door het ministerie. Dit leidt tot juridische procedures die veel tijd en energie kosten. Daarom is het belangrijk dat bij vergunningverlening (en het opnemen van vrijstellingen in Natura 2000-beheerplannen) zorgvuldig wordt getoetst aan de wettelijke vereisten (uitgangspunt: 'nee, tenzij'), het natuurbelang voorop wordt gesteld en het voorzorgsbeginsel correct wordt toegepast. Dit betekent dat bij twijfel geen vergunning wordt verleend voor de desbetreffende activiteit.
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Jelle de Jong (leadfoto: nonnetje); Koos Dansen