Bosgebied ’t Zand voorbeeld voor klimaatslim bosbeheer
BosgroepenHet is gebleken dat bossen op deze droge en arme groeiplaatsen kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Het doel van de maatregelen binnen LIFE Climate Forest is het versterken van het bos tegen klimaatverandering en andere verstoringen, door de veerkracht te verhogen. Zo kan een bos klimaatverandering beter verdragen en is het ook beter in staat zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Juist in dit bos wordt al langer gewerkt aan diversiteit en structuur, vooral door pleksgewijs specifieke loofbomen uit de onderlaag door te laten groeien. In ’t Zand kunnen we daardoor laten zien wat op termijn met klimaatslimme maatregelen bereikt kan worden.
Kleinschalig boomgericht bosbeheer
Ongeveer 10 jaar geleden is men in ‘t Zand overgestapt op boomgericht bosbeheer met een aanpak die we bostracken zijn gaan noemen. Bij dit beheer staat de kwaliteit en vitaliteit van individuele bomen centraal en worden beslissingen over beheeringrepen pleksgewijs genomen. Inmiddels worden de resultaten hiervan steeds beter zichtbaar. ’t Zand kent een opvallend dichte struiklaag met veel vuilboom, eik en berk. Vooral de kwaliteit van de eiken was aanleiding om op die plekken over te stappen van een groepsgewijze verjongingsstrategie naar boomgericht bosbeheer. Onder het scherm van dennen zijn toen eiken en af en toe een berk als toekomstboom geselecteerd in combinatie met volwassen dennen. Bij geselecteerde eiken is terughoudend ingegrepen door vooral te zorgen voor licht direct boven de kroon. Op deze manier kan de eik een grotere kroon vormen en doorgroeien en daarmee zijn vitaliteit tegen verstoringen sterk verbeteren. Tegelijkertijd blijft de bovenste kroonlaag met grove dennen zoveel mogelijk intact, zodat deze als een soort scherm extreme weersomstandigheden kan opvangen en zo het bosmicroklimaat in stand houdt voor de lagen eronder.
Nu de bomen zich een tijd hebben kunnen door ontwikkelen, is duidelijk te zien dat het bos zich naar een gemengd loofbos ontwikkelt.
Wat gaat er nu gebeuren? Verder met ‘bostracken’
In dit demobos willen we vooral de langere termijneffecten van bostracken laten zien en meer ervaring opdoen met deze methodiek. Daarnaast willen we meer grip krijgen op het pleksgewijs verjongen door kleinschalige aanplant of natuurlijke verjonging. Belangrijke doelstellingen hierin zijn het verder versterken van menging en het verhogen van het aandeel rijker strooisel. Met een grotere boomsoortenmenging zijn meer zaadbronnen in het bos aanwezig en is het bos in staat sneller mee te bewegen met toekomstige verstoringen. Met een groter aandeel rijkstrooiselsoorten wordt beoogd om voedingsstoffen beter beschikbaar te maken op deze arme zandgronden.
Bosgroep Zuid Nederland gaat daarom opnieuw bostracken, waarbij we beoordelen of de al eerder geselecteerde eiken opnieuw wat meer licht nodig hebben. Verder identificeren we nieuwe kansen voor aanplant en natuurlijke verjonging. Nu we opnieuw bostracken, is al opgevallen dat deze zich aandienen.
De uitdaging is om beheeringrepen te doseren zodat de nieuwe generatie kan doorgroeien en de structuur versterkt wordt, terwijl tegelijkertijd het scherm en bosklimaat zoveel mogelijk in stand blijft. Pleksgewijs wordt ook de verjonging gestimuleerd door maatwerk-ingrepen in het kronendak. Een extra reden voor het behoud van de oude dennen, is dat het nog onbekend is hoe snel de nieuwe generatie eiken en berken ook als kostendrager voor het beheer kunnen fungeren. De uitwerking van deze strategie gaan we binnen dit project op de voet volgen, met monitoring gericht op bosstructuur en de benodigde beheerinspanning.
Aandacht voor lichtbeschikbaarheid
Een ander aandachtspunt is het effect van lichtbeschikbaarheid op de overleving van de aanplant. We planten onder het bestaande bos in kleine groepen van enkele bomen tot groepjes van 25. Voor elke plantplek optimaliseren we de lichtbeschikbaarheid, waarbij we niet alleen per se in het kronendak boven de aanplant ingrepen doen. We beoordelen ook of licht zijwaarts voldoende kan invallen. Met behulp van monitoring in de komende jaren zullen de beoogde resultaten inzichtelijk worden gemaakt en kunnen we handvatten geven voor toekomstig beheer. Dit alles om de veerkracht van een bosecosysteem op zandgronden te kunnen vergroten.
Vervolg en monitoring
Dit seizoen zijn we bezig met bostracken en gedoseerde beheeringrepen in de kroonlaag. Vervolgens gaan we in het komende groeiseizoen beoordelen welke soorten we op welke plantplekken het beste kunnen aanplanten, en of er nog aanvullende ingrepen nodig zijn om het lichtklimaat te optimaliseren. Aanplant volgt dan in de winter van 2023-2024. In ’t Zand gaan we vanaf dan de ontwikkeling monitoren en de effecten van de gedane beheermaatregelen demonsteren voor kennisdeling en kennisspreiding.
In het project LIFE CLimate Forest werken de Bosgroepen en Staatsbosbeheer samen aan klimaatslim bosbeheer. LIFE Climate Forest is mogelijk dankzij financiering vanuit het LIFE-programma van de Europese Unie. Daarnaast hebben de provincies Noord-Brabant, Limburg, Overijssel, Gelderland en Drenthe zich als sponsoren verbonden aan het project.
Tekst: Bosgroepen
Beeld: Etiënne Thomassen, Bosgroepen (leadfoto: de huidige situatie in het demobos wordt vastgelegd voorafgaand aan de maatregelen)