Natuurjournaal 7 oktober 2022

De afgelopen week zijn er veel sijzen aangekomen in Nederland. Deze kleine, gele vinkjes trekken in kleine, warrelige groepjes. Daarbij leggen ze korte afstanden af en stoppen vaak om iets te eten. Het liefst peuteren ze de zaden uit sparappels en elzenproppen. Oktober is dé tijd om sijsjes te zien, want vanaf half november zijn de meeste weer doorgetrokken. Hoeveel sijsjes in Nederland blijven overwinteren, hangt af van hoeveel er te eten is. In slechte zomers met weinig voedsel komen Noord- en Oost-Europese sijsjes hier trouwens al in juni aan. Dit jaar niet, dus waarschijnlijk hebben ze een goede zomer achter de rug.

Dennenappels en sparappels vind je meestal als ze op de grond liggen. Maar dan zijn ze niet rijp, zoals kastanjes en eikels. Zodra ze van de boom vallen, zijn ze juist al helemaal leeg. In sparappels groeien de zaden tussen de schubben, die eerst nog strak op elkaar zitten. Nu zijn de zaden in de sparappels van de fijnspar rijp. De schubben gaan uit elkaar staan, en onder elke schub zitten twee zaden verstopt. Die hebben een dunne, papierachtige vleugel. Zo kunnen ze wegvliegen en door de wind naar een nieuwe groeiplek worden gebracht. Als ze tenminste niet al eerder door een sijsje uit de sparappel zijn gepeuterd.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s:  Bart Vastenhouw, Saxifraga; Nefronus, Wikimedia Commons