Wisent en schimmel transformeren esdoornbosje
ARK Rewilding NederlandDe ondergroei bestond uit één soort gras, dat door grazers werd overgeslagen. Als er al wat groeide, want flinke delen van de bodem waren kaal geworden. In het voorjaar stond het bosje kortstondig vol met duizenden jonge esdoorns, die allemaal het einde van de zomer niet haalden. Zo ging het jarenlang.
Tot deze status quo in het koude voorjaar van 2013 werd doorbroken. De wisenten in het Kraansvlak begonnen voor het eerst de gewone esdoorns te schillen. De dieren leefden sinds 2007 in het duingebied. In die tijd hadden ze, afgezien van een enkel hapje, nooit stelselmatig esdoorns geschild. Hoewel de winter van 2012-2013 warm was, is het vroege voorjaar van 2013 koud en droog, zodat de grasgroei niet op gang komt. De sapstroom vanuit de boomwortels is echter wel al begonnen als voorbereiding op de naderende lente. De suikerrijke sapstroom blijkt op dat moment erg interessant en het esdoornbosje wordt stevig aangepakt.
Rondom diep geschild
Sommige opgaande stammen verzwakken en sterven af, omdat ze rondom en diep genoeg waren geschild. De meeste stammen overleven echter. Dit komt mede door het eerdere kapwerk: doordat de stronken met meerdere nieuwe stammen uitlopen, komen de wisenten moeilijk bij de schors aan de binnenkant van de stamgroepen. De meeste esdoornstammen hebben als gevolg hiervan nog flink wat schors over. Vanaf de rand van de schors proberen de esdoorns met dik weefsel de wond dicht te laten groeien. Ook komen er tal van scheuten uit de stamvoet omhoog in een poging om de overgebleven stammen te beschermen. Bovenin wordt het kronendak wat lichter, maar andere stammen en bomen nemen de open gaten al gauw in gebruik. Het blijft tamelijk donker onder de esdoorns, maar niet meer zo donker en kaal als het voorheen was. De ondergroei wordt gevarieerder.
De jaren daarna zoeken de wisenten in het vroege voorjaar telkens weer de esdoorns in dat bosje op om ze opnieuw te schillen. Maar na een jaar of drie stoppen ze ermee. Blijkbaar maken de bomen nu zoveel antivraatstoffen aan dat ze niet meer interessant zijn voor de dieren. Met deze bittere stoffen ontmoedigen planten en bomen grazers. Het aanmaken van deze stoffen is voor een boom echter een flinke investering: daar begint een boom pas mee als de nood hoog is. Dit zou het einde van het verhaal kunnen zijn. De rest van de esdoorns leven nog lang en gelukkig en het bosje wordt opnieuw rijk aan schaduw, maar arm aan bloemen. Echter…
Revisit in 2022
In Juni 2022 zie ik het bosje weer en tot mijn verbazing is het enorm kruidenrijk en groeien er veel struiken. Overal ligt en hangt dood hout.
Veel stammen blijken gitzwart te zijn en de schors is opengebarsten. De geschilde stammen zitten vol met de sporen van de roetschorsschimmel. Normaal gesproken kan een esdoorn goed tegen deze schimmel, maar verzwakt door de vele vraatsporen en wellicht ook de droogte de afgelopen jaren, heeft de schimmel er alsnog voor gezorgd dat de kwijnende stammen afgestorven zijn. Dat verklaart het vele dode hout en het vele licht in de bosjes. Samen met de wisenten heeft de schimmel ervoor gezorgd dat de monocultuur van de gewone esdoorns is doorbroken en dat het er nu veel kruidenrijker is. Wat de wisenten begonnen, werd voortgezet door de schimmel.
Hoe loopt het af met de esdoorns?
Hoe de toekomst er uit zal zien? Niemand die dat weet. Het esdoornbosje kan afsterven, maar ook is het mogelijk dat de niet-aangetaste stammen overleven. Het dode hout is weer van waarde voor insecten en vogels. Opvallend is in ieder geval dat menig gestorven en afgebroken esdoorn nog steeds een groene stamvoet heeft, vol met groene bladeren en twijgen. Een teken dat de wortels nog vitaal zijn en de boom mogelijk kan herrijzen. Reden genoeg om er nog eens vaker langs te gaan.
Tekst en foto's: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling