Opmerkelijke vestiging van de Azov slijkgarnaal in het Van Harinxmakanaal
Bureau Biota, Wetterskip FryslânSlijkgarnalen (Amphipoda: Corophiidae) zijn kreeftachtige diertjes, waarvan soorten zowel in zoet en brak als in zout water voorkomen. Meerdere soorten in onze binnenwateren zijn niet inheems en komen van oorsprong voor in het gebied van de Zwarte en Kaspische zee. Toen in 1992 ten behoeve van de scheepvaart het Main-Donaukanaal werd gerealiseerd, ontstond een verbinding tussen het stroomgebied van de Donau en de Rijn. Hierdoor konden onder meer enkele soorten Ponto-Kaspische slijkgarnalen het Rijnsysteem binnendringen. Voor een groot deel gefaciliteerd door scheepvaart (denk aan transport via ballastwater) hebben inmiddels drie soorten Ponto-Kaspische slijkgarnalen zich in Nederland weten te vestigen. De migratieroute van deze soorten is dus duidelijk aanwijsbaar.
De recente vestiging van de Azov slijkgarnaal (Chelicorophium maeoticum) in het Van Harinxmakanaal bij Kiesterzijl is echter zeer opmerkelijk. Het huidige verspreidingsgebied van deze soort beperkt zich tot de zeebekkens van de Zwarte Zee en Zee van Azov, van waaruit de benedenstroomse delen van de daarin uitmondende rivieren zijn gekoloniseerd. Via de rivier de Dnjestr is de soort doorgedrongen tot in Moldavië en via de Donau tot in Servië. In westelijker gelegen landen ontbreekt de soort. Er zit dus een enorme afstand tussen het huidige verspreidingsgebied van de Azov slijkgarnaal en Kiesterzijl. Hoe de soort hier terechtgekomen is, blijft een raadsel. Hoogstwaarschijnlijk door menselijk handelen. Transport via scheepvaart lijkt nog het meest voor de hand te liggen.
De ontdekking van de Azov slijkgarnaal in het Van Harinxmakanaal werd gedaan door de hydrobiologisch analisten van het laboratorium van Wetterskip Fryslân. De locatie bij Kiesterzijl behoort tot het vaste meetnet van het waterschap. Eens in de drie jaar wordt hier een monster van de ongewervelde waterorganismen genomen om de ecologische kwaliteit van het water te monitoren. In een monster genomen in april 2021 werden meerdere exemplaren van de Azov slijkgarnaal aangetroffen. Van de verzamelde exemplaren droegen verscheidene vrouwtjes eitjes bij zich. Er kan dus gesteld worden dat zich bij Kiesterzijl een levensvatbare populatie heeft gevestigd. De soort is morfologisch goed te onderscheiden van andere slijkgarnalen aan de hand van de tweede antenne, maar om zeker te zijn is met DNA-onderzoek vastgesteld dat het echt om de Azov slijkgarnaal gaat.
Vergeleken met de soorten die via het Rijnsysteem ons land zijn binnengekomen, lijkt de Azov slijkgarnaal zich minder goed in volledig zoet water te kunnen handhaven. Het Van Harinxmakanaal is via de haven van Harlingen verbonden met de Waddenzee. De vindplek ligt zo’n zeven kilometer landinwaarts van de haven en het kanaal wordt daar nog duidelijk beïnvloed door zout water. Het verdwijnen van deze invloed verder landinwaarts is mogelijk een beperkende factor voor verdere migratie van de soort. Monitoring zal moeten uitwijzen in hoeverre de Azov slijkgarnaal zich in Nederland kan vestigen.
Tekst: Rink Wiggers, Bureau Biota en Birgitta van Megen, Wetterskip Fryslân
Foto’s: Bureau Biota (leadfoto: de Azov slijkgarnaal wordt niet groter dan vijf millimeter); Wetterskip Fryslân