Belangrijke nieuwe inzichten voor het herstel van zee-egels
Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), Van Hall LarensteinDe zee-egel Diadema antillarum speelt een cruciale rol bij het in stand houden van gezonde koraalriffen. Ze helpt het evenwicht in het rif te behouden door te grazen op algen, de belangrijkste concurrenten van koralen. Helaas raasde halverwege de jaren tachtig een ziekte door het Caribisch gebied, waarbij bijna de hele zee-egelpopulatie werd uitgeroeid. Kort daarna werd in het hele Caribisch gebied toename van algengroei waargenomen. De algen nemen alle beschikbare ruimte in beslag, waardoor nieuwe koralen zich moeilijk kunnen vestigen en het vermogen van het koraalrif om te herstellen van andere verstoringen wordt beperkt. Tot op heden is het herstel van Diadema antillarum-populaties erg traag tot niet-bestaand. In de weinige gebieden waar zee-egels zich op natuurlijke wijze wel konden herstellen, werden deze trends omgekeerd, wat het belang van het herstel van deze soort benadrukt.
Bestuderen van zee-egels
Een gezamenlijke studie van Van Hall Larenstein, Wageningen University and Research (WUR), STENAPA, Caribisch Nederlands Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek (CNSI) en NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee heeft het mysterie achter het trage herstel van deze vitale soorten ontrafeld. Aangezien zowel juvenielen als volwassenen afwezig zijn op de meeste riffen, is het waarschijnlijk dat het knelpunt bij het herstel van de zee-egel Diadema antillarum optreedt in de eerste fase van de levenscyclus. Zee-egels beginnen hun leven als larve en blijven dertig tot zestig dagen in de waterkolom, totdat ze een geschikte plek hebben gevonden om zich te vestigen. Het bestuderen van deze eerste levensfase zal helpen inzicht te krijgen in het langzame herstel en helpen bij herstelprojecten.
Verzamelen van zee-egellarven
Op vijf verschillende locaties rond het eiland Sint Eustatius werden verzamelaars geplaatst waar zee-egellarven zich op kunnen vestigen. Tussen april en december 2019 hebben onderzoekers de vestigingspercentages nauwkeurig gevolgd en geanalyseerd door elke individuele zee-egellarve te tellen die zich op de verzamelaars vestigden. In deze tien maanden werden meer dan 890 zee-egelkolonisten verzameld. Bovendien vergeleek deze studie verschillende materialen om de meest geschikte verzamelaar voor Diadema-zee-egels te identificeren. Deze materialen waren onder andere panelen, kunstgras, bioballen, gerafelde touwen en deurmatten. De resultaten toonden aan dat zowel de biobal- als de deurmatverzamelaars het meest effectief waren, vooral wanneer ze midden in de waterkolom werden geplaatst.
Het mysterie achter het langzame herstel
Ondanks de hoge vestigingsdichtheid op verschillende locaties, werden er geen juveniele of volwassen zee-egels waargenomen op de riffen rond de verzamelaars. Dit wijst erop dat er waarschijnlijk andere redenen zijn waarom deze populaties zich rond het eiland niet hebben kunnen herstellen. Bovendien vonden onderzoekers bij eerder uitgevoerde rifonderzoeken in 2017 tot 2019 minder dan 0,01 zee-egels per vierkante meter, ver beneden de dichtheden voor de massale sterfte. Het feit dat deze studie aantoont dat er zee-egellarven in het water zijn in combinatie met het gebrek aan juvenielen op de riffen, kan een indicatie zijn van hoge predatiedruk op de zee-egels op het rif.
Toekomstige zee-egelpopulaties
Een oplossing die zou kunnen helpen bij het herstel van deze soort is om gevestigde jonge zee-egels van het rif te verzamelen en ze op te kweken in aquaria op het land. Dit zou hen op jonge leeftijd tegen predatie beschermen en hen in staat stellen om voldoende groot te worden voordat ze naar het rif worden teruggebracht. Om dit economisch haalbaar te maken, zouden grote aantallen jonge zee-egels moeten worden verzameld. Studies zoals deze kunnen de eilanden helpen bij het ontwerpen en implementeren van effectieve methoden om Diadema-zee-egels te herstellen, wat koraalriffen kan helpen om op natuurlijke wijze te herstellen van verstoringen.
Meer informatie
- Lees meer over over deze studie in Dutch Caribbean Biodiversity Database (pdf: 4,1 MB).
- Zie het recente item in Atlas (NPO2) – start bij 22 min.
Tekst: Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) en Alwin Hylkema, Van Hall Larenstein
Foto's: Alwin Hylkema