Honderden Rotterdamse oesterbaby’s verhuisd naar Voordelta
ARK Rewilding NederlandIn juli dit jaar plaatste ARK lege oesterschelpen in het westelijke havengebied van Rotterdam, in de hoop dat de daar aanwezige larfjes van een recent gevonden platte oesterpopulatie zich eraan zouden hechten. Met succes: honderden oesterbaby’s zetten zich vast op de schelpen. Met deze larfjes probeert ARK nu een nieuw schelpdierrif tot ontwikkeling te laten komen in de Voordelta. Zo’n rif zou de natuur daar een geweldige impuls geven. De uitgekozen nieuwe thuisbasis van de larfjes in de Voordelta ligt een paar kilometer van de kust ten westen van de Brouwersdam. Het is er maar enkele meters diep, maar kent een vrij hoge dynamiek aan golven en zandverplaatsing. Daarmee is het een goede testlocatie voor schelpdierrifontwikkeling langs de Nederlandse kust.
Oesterwieg
Om de jonge oesters tijdelijk te beschermen tegen de dynamiek van de Noordzee is een speciale constructie bedacht: de oesterwieg. De oesterschelpen met aangehechte larfjes zijn gebundeld in gazen constructies. Door wilgentenen door dit soort ‘oestertassen’ te steken ontstaan oesterwiegen. Projectmedewerker Gwenaël Hanon: “De wiegen houden de larfjes tijdelijk boven de bodem zodat ze rustig groter kunnen worden en uiteindelijk, zo hopen we, uitgroeien tot een nieuw rif.”
In de geplaatste oesterwiegen zijn niet alleen Rotterdamse larfjes te vinden. In samenwerking met Bureau Waardenburg heeft ARK ook gekweekte oesterlarven vanuit Stichting Zeeschelp en Roem van Yerseke op de locatie in de Voordelta uitgezet. Zo onderzoekt ARK welke methodes het beste werken om schelpdierriffen in de Noordzee te 'kickstarten’.
Rewilding op zee
Onze Noordzeenatuur is prachtig én heeft de potentie om weer rijk en robuust te worden. Door de natuur een duwtje te geven en haar vervolgens zelf het werk te laten doen, werkt ARK aan rewilding, ook op zee. Onder andere door te onderzoeken hoe we opnieuw schelpdierriffen kunnen laten ontstaan. De riffen die schelpdieren als oesters vormen, zijn namelijk letterlijk de basis voor een gezonde Noordzee: vissen en andere dieren gebruiken ze als kraamkamer, om in te schuilen en om van te eten. Bovendien breken de riffen golven, zo beschermen ze onze kust. Ooit bestond de bodem van de Noordzee voor een derde uit schelpdierriffen, maar door ziekten en overbevissing zijn ze bijna allemaal verdwenen.
Gwenaël Hanon: “Het is heel spannend hoe de Rotterdamse oesterwiegen zich gaan ontwikkelen. Niet alleen wilde platte oesterlarven maar ook Japanse oesters, blauwe mosselen, muiltjes en enkele andere soorten uit de Rotterdamse haven hebben zich aan de lege oesterschelpen gehecht. Mogelijk zorgt deze diversiteit ervoor dat de Rotterdamse oesterwiegen sneller en beter een rijker schelpdierrif kunnen ‘kickstarten’. Dat gaan we de komende maanden en jaren onderzoeken. Het zou zomaar kunnen dat we hiermee een nieuwe schaalbare techniek hebben gevonden voor schelpdierrifontwikkeling op de Noordzee!”
Meer informatie
Tekst: Marije Schuurs en Gwenaël Hanon, ARK Natuurontwikkeling
Foto's: Ernst Schrijver; Floor Driessen, Bureau Waardenburg