Bloembollen nuttig voor vroege vlinders
De VlinderstichtingVanaf nu, eind september, kunnen de bloembollen de grond in om volgend voorjaar te gaan bloeien. De Vlinderstichting vindt het belangrijk dat bloembollen verantwoord en biologisch geteeld zijn, daarom verkoopt onze partner Vivara biologische bloembollen van Huiberts. Na meer dan dertig jaar op gangbare wijze te hebben geteeld, stapte John Huiberts acht jaar geleden over op biologische bloembollenteelt. Biologische teelt is vrij van chemische middelen en kunstmest. Beter voor mens en dier, beter voor de wereld. John Huiberts: “Bijen, hommels, vlinders en andere insecten hebben het moeilijk in een wereld waarin veel gespoten wordt. Op onze velden zijn ze veilig en kunnen ze zich voorzien van gezond voedsel, zich volop ontwikkelen en zo een natuurlijke vijand zijn voor bijvoorbeeld de bladluis.” Het land van Huiberts is ook een paradijs voor vogels. Er zijn veel zaden, spinnetjes, kevers en wormen te vinden die gezond voedsel voor vogels en hun jongen vormen.
Bloembollen zijn gelukkig vrij makkelijk in het onderhoud. Als ze op de juiste diepte geplant worden (vuistregel van ongeveer drie keer de hoogte van de bol diep) en als ze bij droogte water krijgen, gaat het vast goed. Plaats de bloembollen ongeveer een handbreedte uit elkaar. Als de bloei van de bloembol voorbij is dan moet je heel even wachten totdat de plant echt gestorven is, dan kan je hem zonder problemen afknippen. Je plant de bloembollen in het najaar zodat je tussen april en juni van al het moois in je tuin of op je balkon kan genieten. Hoe eerder je de bollen plant, des te eerder ze in het voorjaar gaan bloeien. Als je dus het planten van de bollen over wat weken verspreidt, ben je nog meer verzekerd van een gespreide bloeitijd. Zo is er dus altijd aanbod voor de hongerige vlinders, bijen en andere insecten.
Als je de biologische bollen via deze link bestelt gaat een gedeelte van de opbrengst naar De Vlinderstichting, die het geld gebruikt voor de bescherming van vlinders en libellen.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting