Natuurjournaal 12 mei 2021

De grote dansvlieg is een geval apart. Hij is beduidend groter dan ‘gewone’ vliegen die je in huis aantreft. Grote dansvliegen drinken soms nectar uit bloemen, maar leven vooral, net als veel andere vliegensoorten, van andere vliegen. De grote snuit staat omlaag. Daarmee kunnen ze mensen niet steken, maar andere insecten wel. Ze jagen vanaf een vaste plek, net zoals libellen. Hun prooien grijpen ze in de lucht. Ze heten dansvliegen omdat mannetjes in de paartijd, die van mei tot in augustus duurt, voor de dames dansen. Ze hebben dan al een prooi bij zich. Als er zich een vrouwtje aandient, paart het mannetje met haar, terwijl zij de prooi leegzuigt. Valt het vrouwtje nu op die man of op de prooi? Deze vliegen zijn zeer algemeen en tamelijk ‘tam’, en dus goed te benaderen.

Momenteel ziet het nogal geel in de bermen, op dijken en in weilanden. In de bermen en op dijken groeit raapzaad uitbundig, maar weilanden kleuren vooral geel door de paardenbloemen. Het schijnt met de paardenbloem niet heel goed te gaan, maar waar hij een kans ziet, grijpt hij die. Hoewel paardenbloemen heel gewoon worden gevonden, zijn ze het niet. Ze behoren tot de 'samengesteldbloemigen'. Dat betekent dat ‘de paardenbloem’ niet één bloem is, maar bestaat uit heel veel bloemen! Elk geel blaadje is een bloempje met alles erop en eraan. Trek er maar eens eentje uit elkaar, dan ontdek je het. Een loepje kan dan geen kwaad.

Tekst en foto's: Mike Hirschler, IVN