Sinagote, het verhaal van één lepelaar
Staatsbosbeheer
Sinagote is vernoemd naar de Bretonse naam van het dorp waar ze ieder najaar heen trekt. Het dorp heet ‘Sina’ en ‘gote’ betekent ‘meisje van’. Sinagote kroop in mei 2006 uit het ei in de Oude Huizenvallei op Vlieland. Net als vele andere lepelaars kreeg ze kleurringen om haar poten. In 2013 werd ze opnieuw gevangen, nu als broedvogel op de Oostkwelder van Schiermonnikoog in het kader van het Waddenfondsproject ‘Metawad’. Naast een set nieuwe ringen kreeg ze een zender op haar rug. Na drie broedpogingen op Schiermonnikoog keerde de lepelaar terug op Vlieland waar ze in mei 2014 gespot werd door een stagiair van Staatsbosbeheer. Hopelijk zal ze ook in 2021 terugkeren op Vlieland om te broeden.
Zender
De zender die Sinagote op haar rug kreeg, is gemaakt door de Universiteit van Amsterdam. Sinds mei 2013 wordt iedere tien minuten nauwkeurig gemeten waar de lepelaar is, wat ze op dat moment doet en (mocht ze vliegen) hoe hoog ze vliegt. De zender slaat de gegevens op tot ze naar speciale ontvangers doorgezonden kunnen worden. Zonnepaneeltjes op de zender zorgen voor de energie.
Maar de zender meet natuurlijk alleen wat Sinagote doet; die registreert niet met wie ze dat doet, in welk gezelschap ze verkeert, of er eieren of kuikens in haar nest liggen, en of de lepelaar alleen of in een groep foerageert. Deze gegevens komen nog steeds van observaties uit het veld. Sinagote is vaak gezien, vooral op Vlieland, waarbij er veel gegevens zijn verzameld. Zo is het mogelijk voor de schrijvers van het boek om een goed beeld van het rijke leven van deze trekvogel te schetsen.
Trek
Zo trekt deze lepelaar iedere nazomer naar Séné in Zuid-Bretagne. Daar, in de Golf van Morbihan, deelt ze de wadplaten met dezelfde rotganzen die ze later in het jaar op Vlieland weer zal tegenkomen. In de loop van de winter verhuist ze altijd naar de zoutwinningspolders bij het dorp Guérande, een kilometer of vijftig ten zuidoosten van Séné. En de laatste weken voor de trek naar Nederland verblijft de lepelaar in een gebied met overstroomde graslanden langs de Loire. Daar zorgt het eten van rode rivierkreeften voor genoeg trekvet. De helft van het jaar zit ze in Frankrijk, de andere helft in Nederland.
Kennis over de lepelaar
Al deze zendergegevens en observaties van Sinagote en vele andere lepelaars maken dat we nu meer weten over het intense sociale leven van lepelaars. Over de manier waarop ze vlak voor de trek met elkaar praten, over de manier waarop ze zowel overdag als ’s nachts kunnen trekken en welke hoge vliegsnelheden ze kunnen halen. Maar ook over het terreingebruik, en dat de lepelaar bijvoorbeeld na de aanpassingen van het zoetwaterbeheer de Kroon’s Polder veel intensiever is gaan gebruiken als foerageergebied.
De lepelaar blijkt ons veel te vertellen en het boek opent een wereld die tot nu toe gesloten was. Het boek 'Sinagote. Het levensverhaal van een lepelaar’ verschijnt op 8 april bij Noordboek Natuur.
Tekst: Theunis Piersma (RUG, NIOZ, Global Flyway Network), Petra de Goeij (RUG, Werkgroep Lepelaar), Willem Bouten (UvA) en Carl Zuhorn (Staatsbosbeheer, Werkgroep Lepelaar)
Foto's: Peter de Boer; Michiel Muller; Ilse Cameron