Veldwerkers Jan en Sietze inventariseren stand van Utrechtse natuur
Provincie UtrechtHet is goed mogelijk dat je Sietze van Dijk en Jan Maassen door de buitengebieden van de provincie Utrecht ziet struinen. De twee ecologen voeren de natuurinventarisatie uit en rapporteren daarover. “Pas als je weet wat er leeft, kan je er goed rekening mee houden”, zegt Sietze over het belang van het veldwerk.
Het veldwerk richt zich specifiek op de stand van natuur in het landelijk gebied, dus veelal rondom natuurgebieden en in agrarische percelen. De flora en fauna in natuurgebieden wordt door beherende natuurorganisaties zelf geïnventariseerd. “De inventarisaties van het provinciale buitengebied zijn al in 1975 begonnen. De lange looptijd is erg bijzonder en waardevol. Daardoor kunnen we ontwikkelingen goed volgen”, legt Sietze uit. Jan vult daarop aan: “Het belang is dat we op een systematische manier data verzamelen. Op basis daarvan kan de provincie beleid maken ter bescherming van de biodiversiteit.” Provincie Utrecht is de enige provincie die het veldwerk op deze gedetailleerde wijze laat uitvoeren.
Liefde voor natuur
De twee ecologen hebben al van jongs af aan een grote liefde voor natuur. Hun werk en passie komen in het veldwerk samen. Jan weet nog goed hoe zijn interesse in natuur ontstond: “Mijn ouderlijk huis stond op steenworpafstand van een uitgestrekt uiterwaardgebied van de Waal waar ik rondzwierf en een fascinatie voor de natuur ontwikkelde. Sietze was ook al jong een echte natuurliefhebber: “Als kind deed ik bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) excursies en inventarisaties van bijvoorbeeld libellen en vogels.”
Veldwerk Utrechtse Heuvelrug
Het veldwerk voor de provincie Utrecht is elk jaar in een ander gebied. De ecologen trokken bijvoorbeeld eerder het gebied rondom de Utrechtse Heuvelrug door. De stand van flora en fauna in het gebied van de Nederrijn tot aan Driebergen en van Rhenen naar Maarn werd in kaart gebracht. Sietze kijkt met behoorlijke tevredenheid naar de stand van de natuur in het geanalyseerde gebied: “Het beeld dat ik overhoud is positief.”
Het onderzoek leverde opvallende resultaten op. “Moerassprinkhanen zijn volop gezien in de nattere delen van het onderzoeksgebied. Van de dagvlinders is het grote aantal waarnemingen van kleine parelmoervlinder opvallend. Deze soort was verdwenen uit Utrecht, maar door natuurgericht akkerbeheer komt de vlinder nu weer voor”, vertelt Sietze. Ook Jan zag positieve ontwikkelingen: “Ik was onder de indruk van de omgeving rond landgoed Broekhuizen. De grootste verrassing van het seizoen vond ik daar. In de vijver rond het landhuis vond ik de zoutwaterplant groot nimfkruid. Het is voor mij nog steeds onverklaarbaar welke wateromstandigheden ten grondslag liggen aan de verschijning van deze plant.”
Verbeteringen
Ook zijn verschillende soorten minder vaak waargenomen. De ecologen zien dan ook zeker nog mogelijkheden voor verbeteringen. “De grootste winst kan behaald worden door terreineigenaren te motiveren tot een nog beter slootkantenbeheer. De provincie Utrecht beschikt over een uitgebreid stelsel van sloten die misschien wel de belangrijkste ecologische provinciale infrastructuur vormen. In sloten en slootranden kunnen zeldzame kruiden groeien en kunnen beschermde amfibieën zich voortplanten. Het in stand houden van de randbegroeiingen van de deze sloten is daarom van belang”, is Jan van mening. Sietze vult aan: “In het agrarisch grasland kan ook veel winst behaald worden door voor meer variatie te zorgen. Als sommige delen minder vaak gemaaid worden, is er voor bijvoorbeeld sprinkhanen en dagvlinders meer kans om zich te ontwikkelen.”
Natuurbeleving in de lente
Voor provincie Utrecht is het belangrijk dat de natuur in een goede staat blijft. Het is daarbij belangrijk dat natuur beleefbaar is voor inwoners. Het lenteseizoen biedt weer volop kansen om te genieten van de schoonheid van de buitengebieden. Veldwerker Sietze heeft wel wat tips: “In het voorjaar zou ik zeker naar oranjetipjes zoeken. Die komen onder andere voor langs zomen van bossen. Het zijn sierlijke vlindertjes met oranje vleugelpunten. En natuurlijk zou ik adviseren uit te kijken naar ijsvogels, met hun kenmerkende hoge fluittoon. Deze leven onder andere in de Kromme Rijn.” Ook Jan heeft een tip: “Kijk eens met een loep naar mossen of korstmossen op bomen en stenen."
Tekst: provincie Utrecht
Foto's: Jan Maassen (leadfoto: veldwerker Sietze inventariseert de sloot); provincie Utrecht